Randapparaten aansluiten
n N
75
✍
Als u Smart Connect gebruikt om twee VAIO-computers met elkaar te verbinden, moet u aan elke computer een unieke naam toewijzen waarmee de
computer kan worden geïdentificeerd als de twee computers zijn verbonden in een netwerk.
Zet de i.LINK™-netwerkschakelaar op het basisstation niet in een andere stand terwijl de notebook aan staat. Dit veroorzaakt een storing.
Stel de i.LINK™-netwerkschakelaar op het basisstation pas in nadat u alle op het basisstation aangesloten kabels hebt losgekoppeld.
Als u Smart Connect gebruikt, sluit u de notebook niet aan op, of ontkoppelt u de notebook niet van het basisstation: dit zou ertoe kunnen leiden
dat Smart Connect niet werkt.
Zet de i.LINK™-netwerkschakelaar in de uitgeschakelde stand nadat de gegevens werden uitgewisseld.