M
Sneltoetsen – Druk op deze toets en op een
code van één, twee of drie cijfers om een fax
of e-mail naar een eerder opgeslagen
faxnummer of e-mailadres te sturen.
N
Toets Opnieuw/Pauze – Druk op deze toets
om het laatste faxnummer opnieuw te kiezen
of om een pauze in een faxnummer in te
voegen.
O
Numerieke toetsen – Hiermee voert u
faxnummers in. Ook kunt u hiermee letters
toevoegen als u een naam in de kop van een
faxbericht typt of bij snelkiezen.
Als u klaar bent, gaat u naar "De tonercartridge installeren" op
pagina 20.
DU
Controleer wat u hebt gedaan
P
Toets Volume – Hiermee stelt u het volume in
voor het geluid bij een binnenkomende of
uitgaande fax.
Q
Toets Resolutie – Hiermee past u de resolutie
of scherpte voor de huidige fax- of
kopieeropdracht aan.
R
Toets Contrast – Hiermee stelt u het contrast in,
ofwel het verschil tussen lichte en donkere
gebieden, voor de huidige fax- of
kopieeropdracht.
Onderdelen identificeren
19