(8)
Waterafscheider ( optioneel ) leegmaken:
Draai de vleugelmoer los (3) (Fig. 7.6), die zich bevindt aan de
benedenzijde van het glas, en laat al het water uit de afscheider
lopen. Draai de vleugelmoer weer aan en controleer op lekkage.
(9)
Vervangen van het brandstoffilter (motor):
Dit betreft een ingekapseld, dat niet geneinigd kan worden. Het
filter dient minstens éénmaal per jaar vervangen te worden. Om
het filter te vervangen, gaat u als volgt te werk. Brandstofkraan
sluiten: het filter met een kettingbuistang losdraaien. Het nieuwe
filter met de hand indraaien. Daarna controleren of zich lucht in de
leiding bevindt. Indien nodig, brandstofsysteem ontluchten. Zie ook
paragraaf 5.1.1.
(10)
Injectorcontrole:
Deze handeling dient uitgevoerd te worden door een officële Solé Diesel service. Met een handpomp de injectoren
controleren. Zie ook paragraaf 2.6 van deze handleiding voor een overzicht van de warden.
(11)
Controle van de gloeispiralen:
Sluit spanning op de spiralen aan. De spiralen dienen te gaan gloeien. De spiraal(en) die niet gloeit (en) dienen
vervagen te worden.
(12)
Luchtfilter vervangen (MINI-17/26/29/33/44 modellen):
Zie fig. 7.7A. MINI-17/26/29/33/44 motoren. De motor is uitgerust
met een inlaatluchtfilter. Maak de centrale filterklem los. Verwijder
het oude filter en vervang het door een nieuw. Filter en element
vormen één geheel en zijn niet los verkrijgbaar.
Het conische luchtfilter vervangen.
Zie fig. 7.7B. Alleen voor de MINI-55 motor. De motor is voorzien
van een filter met element. Om het filter te reinigen, draait u de
klem los, neemt het filter uit de behuizing en volg de instructies
van de fabricant van het filterelement. Monteer het filter en het
element weer. Bevestig de klem.
Het reinigen van het filter van de MINI-55 Wij adviseren hierbij reinigingspray te gebruiken (part nr. 17710013)
Begin met het stof aan de buitenkant van het filter af te kloppen, en veeg het daarna voorzichtig af met een borstel.
Bevochtig het filter nu rijkelijk met de reinigingsspray, en laat 10 minuten intrekken. Het filter kan ook opgerold en
gedompeld worden in een ondiepe pan met reinigingsspray. Na onderdompeling meteen uit de pan nemen en 10
minuten in laten trekken. Spoel nu het filter af met kraanwater (niet te krachtige straal). Afspoelen beginnen met de
schone zijde en vervolgens naar de vervuilde zijde. Na het afspoelen, het overtollige water afschudden en op een
"natuurlijke" wijze laten drogen. Het filter op een andere wiize reinigen of drogen, maakt de garantie op het filter
ongeldig. Nadat het filter geheel gedroogd is, olie aanbrengen (b.v. met een spuitbus) op elke plooi. Elke plooi éénmaal,
maximaal 3 seconden.
Vervolgens olie aanbrengen op elke zichtbare witte plek, en laat deze intrekken gedurende 20 minuten. Reinig de
pakking (of het te monteren oppervlak) met een schone stofdoek of papieren doek om overtollige olie te verwijderen.
BRENG NIET TEVEEL OLIE AAN! Teveel olie kan leiden tot slecht functioneren van de motor en/of bepaalde
motorcomponenten.
NL - 29
03917700.NL
rev. 0
Fig. 7.6
Fig. 7.7A
Fig. 7.7B