(g) ANDERE CONTROLES
(g.a) Controleer de motorsteunen.
(g.b) Controleer of alle schroeven correct zijn aangedraaid.
(g.c) Controleer alle water-, olie- en dieselleidingen en nippels, en stel vast of deze allemaal goed aangesloten en goed
aangedraaid zijn.
(g.d) Controleer het uitlaat- en transmissiesysteem.
5.1.1 ONTLUCHTEN VAN HET BRANDSTOFSYSTEEM
Bij de eerste start van de motor, en ook als de motor draaide tot
de brandstoftank geheel leeg was,kan zich lucht in het
brandstofsysteem bevinden. Deze lucht moet uit het systeem.
Om het brandstofsysteem te ontluchten, gaat u als volgt te
werk:
(1) Controleer of de brandstofkraan bij de tank geopend is..
(2) Voor motoren uitgerust met een Ronim-V of SMI
keerkoppeling: beweeg de hendel van de brandstofpomp 6 of 7
keer op en neer (fig. 5.3). Als de handpomp verstopt is, gaat het
ontluchten
moeizaam.
luchtventilatiebout en inlaatkant van de brandstofslang. Reinig
vervolgens de klep van de pomp met hoge luchtdruk.
(3) Voor motoren uitgerust met een electrische pomp, draai de startsleutel in de startpositie. De startmotor niet langer
dan 20 seconden per keer laten draaien.
Het ontluchten van de injectiepomp en van de injectoren verloopt autimatisch.
Als deze handelingen zijn verricht, kan verder gegaan worden met het starten van de motor (zie paragraaf 6.01).
Waarschuwing!!
Bescherm uw handen. Brandstof kan de huid beschadigen.
5.2 VOORBEREIDENDE TESTEN
5.2.1 DE MOTOR ZONDER BELASTING LATEN DRAAIEN
Laat de motor op een lage snelheid enige minuten draaien. Houd de oliedruk constant in de gaten (zie paragraaf 2.3).
5.2.2 INLOPEN
Gedurende de inloopperiode, d.w.z. tijdens de eerste 50 draai-uren, dient u volgende adviezen op te volgen
(1) De dagelijkse controles moeten zonder uitzondering doorgevoerd worden.
(2) De motor dient na de start minimaal 5 minuten stationair te draaien om op te warmen.
(3) Vermijd plotselinge toerentalverhogingen.
(4) Gebruik het maximale motorvermogen (volgas) slechts gedurende begrensde periodes.
(5) Houd u aan de inspectie- en onderhoudsvoorschriften uit deze handleiding.
waarschuwing!
Hoe langer de inloopperiode, met beperkte belasting, des te langer de levensduur van de motor en de diverse
onderdelen. Met lagere onderhouds- en gebruikskosten tot gevolg.
Verwijder
in
dit
geval
NL - 21
03917700.NL
rev. 0
de
Fig. 5.3