10. Sluit alle voedingskabels weer aan op de stations en op de systeemplaat.
11. Leid de kabels door de klemmetjes.
12. Ga naar "Het vervangen van de onderdelen voltooien" op pagina 25.
De systeemplaat vervangen
In dit gedeelte vindt u instructies voor het vervangen van de systeemplaat.
9. Breng aan de achterkant van het chassis de vier schroeven weer aan waarmee
de voedingseenheid vastzit.
Attentie
Open de computer niet en probeer geen reparaties uit te voeren voordat u de "Belangrijke
veiligheidsvoorschriften" hebt gelezen. Deze vindt u in het Naslagboekje dat bij de computer
is geleverd en in de Hardware Maintenance Manual (HMM) voor de computer. U kunt het
Naslagboekje en de HMM downloaden op
http://www.ibm.com/pc/support/site.wss/document.do?lndocid=part-video
1. Verwijder de kap van de computer. Zie "De kap verwijderen" op pagina 5.
2. Verwijder alle PCI-kaarten. Zie "Een PCI-kaart vervangen" op pagina 22.
3. Let goed op waar alle kabels op de systeemplaat zijn aangesloten en maak er
desnoods een notitie van. U moet ze weer op de juiste plaats aansluiten, nadat
u de nieuwe systeemplaat hebt geïnstalleerd.
4. Ontkoppel alle kabels die op de systeemplaat zijn aangesloten. Zie "Onderde-
len op de systeemplaat" op pagina 3.
5. Verwijder de zeven schroeven waarmee de systeemplaat aan het chassis is
bevestigd en schuif de systeemplaat in de richting van de stationshouder. Til
de systeemplaat voorzichtig uit de computer.
Hoofdstuk 2. Hardware vervangen
9