STORINGEN VERHELPEN
5.2.2
Storingstabel motorstoringen
PROBLEEM
Dieselmotor start niet: reageert
in het geheel niet, maakt
klikkende geluiden of de motor
draait zeer langzaam
Er gebeurt helemaal niets
Geen reactie of klikkende
geluiden, of de motor draait
zeer langzaam.
Startmotor draait vlot, maar de
dieselmotor slaat niet aan.
Dieselmotor draait
onregelmatig.
32
MOGELIJKE OORZAAK
• Het gaat hier vrijwel zeker om een
elektrisch probleem. Het display zal
"LOW START BAT" of "LAGE START
BAT" aangeven.
• Een andere mogelijkheid is dat de
motor vastgelopen is door koelwater in
de cilinders of andere schade..
• Hoofdschakelaar accu staat niet aan
• Defecte zekering op het controlepaneel
• Startaccu is onvoldoende geladen
• Te dikke motorolie in koude omgeving
• Bedrading startcircuit is niet in orde
• Startmotor kapot
• Geen brandstof meer of verontreinigde
brandstof, water in de bandstof
• Brandstofklep werkt niet (geen "klik"
hoorbaar).
• Brandstofopvoerpomp werkt niet
• Brandstoffilter is verstopt.
• Lucht in de brandstofleidingen
• Verkeerde klepafstelling.
• Onvoldoende compressie door vuil
tussen de kleppen.
• Verstopte verstuiver.
• Compressieverlies door slijtage of
beschadiging
• Ongeschikte of vervuilde brandstof
• Te weinig brandstof.
• Verstopt brandstoffilter.
• Storingen aan de belasting van de
elektrische installatie
Copyright © 2008 Mastervolt / November 2008 / WHISPER 16 ULTRA driefasen / NL
MOGELIJKE OPLOSSING
Torn de motor om te controleren of deze vast
staat of er zich water in de cilinders bevindt.
Indien water in de cilinders, deactiveer het
besturingssysteem en koppel de accu los.
Verwijder de voorgloeipluggen. Draai de motor
voorzichtig rond totdat het water uit de
cilinders verwijderd is. Controleer de olie op
aanwezigheid van water en vervang zonodig
olie en oliefilter. Zoek uit hoe het water in de
verbrandingskamer is gekomen. Een oorzaak
kan zijn dat de beluchter niet goed werkt.
Neem maatregelen om dit in de toekomst te
voorkomen. Indien het probleem niet
mechanisch van aard is moet het een
elektrische fout zijn.
Controleer de stand van de schakelaar en zet
deze aan.
Vervang zekering
Controleer de accuspanning. Laad de accu.
Controleer de aansluitingen op de accupolen
en de bedrading van het startcircuit op
corrosie en of ze goed vastzitten
Gebruik dunnere olie.
Bij volle startaccu daalt de spanning bij het
starten tot 11V. Wanneer de spanning niet
daalt bij het starten is de bedrading niet in
orde. Wanneer de spanning onder 11V daalt,
is de accu te ver ontladen.
Repareer de startmotor
Brandstoftank vullen of brandstof vervangen
door betere kwaliteit.
Controleer of de brandstofklep opent. Zoniet,
controleer de aansluitingen en bedrading naar
de brandstofklep (zie elektrisch schema).
Controleer het brandstoffilter en de
brandstofopvoerpomp: zonodig schoonmaken
of vervangen. Ontlucht het brandstofsysteem
(zie Onderhoud).
Stel de kleppen
Kleppen reinigen. Neem de injectiebocht weg
en controleer de uitlaatpoort. Indien de
uitlaatpoort roestig is, verwijder dan de
klepveer en schuur de klep schoon door deze
te draaien. Bij ernstige vervuiling is het
uitlaatsysteem niet in orde (zie paragraaf
5.4.3). Raadpleeg de servicedienst van
Mastervolt.
Controleer de verstuiver en zonodig reinigen
Laat repareren door Mastervolt
Brandstoftank vullen of brandstof vervangen
door betere kwaliteit.
Controleer brandstoffilter en
brandstofopvoerpomp: zonodig schoonmaken
of vervangen.
Controleer de elektrische installatie op
aanwezigheid van fluctuerende belasting