Ingangsvariabele
Variabele
•
Meetwaarde – de door de sensor gemeten waarde
•
RAS Modus -
RASPT, RAS-PLUS, RAS-F) worden de volgende analoge waardes uitgegeven:
Automatisch 0
Normaal
Verlaagd
Standby
•
Sensorfout – digitale waarde, AAN, indien de sensorfout optreedt
•
Netwerkfout – digitale waarde, AAN indien timeout actief (= fout).
Groepsadres
Verzendvoorwaarden
Analoge waardes:
Digitale waardes:
Bij wijziging > 10
Bij wijziging Ja/Nee
Blokkadetijd
00:10
[mm:ss]
Lezen toegestaan
Instelling Ja/Nee, of op lees-aanvragen wordt geantwoord.
8
afhankelijk van de positie van de schakelaar op de ruimtesensor (RAS,
1
2
3
Bij een wijziging van de actuele waarde ten opzichte van de laatst gezonden
met meer dan bv. 1,0K wordt opnieuw gezonden. In de converter wordt de
eenheid van de bron met de betreffende kommapositie overgenomen.
(minimale waarde: 1)
Zenden van de waarde bij een wijziging van de toestand
Wijzigt de waarde zich binnen 10 sec. sinds de laatste overdracht met meer
dan 1,0K wordt de waarde desondanks pas na 10 sec. opnieuw
overgedragen.
(minimale waarde: 1 sec.)
Na het koppelen van de bron met de
Ingangsvariabel in TAPPS2 worden het
brontype,
de
bron
weergegeven.
Voor
analoge
verschillende
variabelen
beschikbaar. Voor digitale waardes zijn
alleen de meetwaarde (AAN/UIT) en de
netwerkfout beschikbaar.
Opgave van het groepsadres in het KNX-
Busnetwerk.
en
de
variabele
waardes
staan
van
de
bron
4