Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Bewerkingstechnieken en display-inhoud
Hieronder worden bewerkingstechnieken beschreven die u
kunt gebruiken om de verschillende in het geheugen
opgeslagen parameters te veranderen.
Veranderen van de toonhoogte van een noot
Verander de cijfertoetsen of de [+] en [–] toetsen.
N
t o
Veranderen van de toonhoogte van een noot
Voer een nieuwe noot in bij het toetsenbord om de
toonhoogte van een noot te veranderen. De toonhoogte die u
hier specificeert wordt weergegeven op het toetsenbord en de
noten worden aangegeven door de notenbalk in de display.
N
t o
• Tijdens het bewerken van de geheugeninhoud mag u nooit
een noot veranderen zodat hij identiek is aan de
voorafgaande of de erop volgende noot. Hierdoor verandert
nl. de lengte van de veranderde noot en de voorafgaande of
de erop volgende noot. Mocht dit plaatsvinden dan dient u
het gehele spoor opnieuw op te nemen.
Veranderen van een akkoord
Gebruik de akkoord vingerzettingmethode die geselecteerd
werd met de MODE toets (FINGERED, CASIO CHORD, enz.)
om een akkoord in te voeren.
C
o h
Veranderen van een toonnummer
Gebruik de cijfertoetsen of de [ + ] en [–] toetsen om een
toonnummer te veranderen.
S
707A-D-061A
e G4
e G4
r d
. t
G P n o
r
Melodiegeheugenfunctie
• Tijdens real-time opnemen kunt u toonnummers later
veranderen die u instelde terwijl het opnemen van de Sporen
1 tot en met 6 aan de gang was.
• U kunt enkel de toonnummers veranderen die oorspronkelijk
ingesteld waren voor de sporen 2 tot en met 6 m.b.v. stap-
voor-stap opname.
Veranderen van een ritmenummer
Gebruik de cijfertoetsen of de [+] en [–] toetsen om een
ritmenummer te veranderen.
P
• Tijdens real-time opnemen kunt u ritmenummers later
veranderen die u instelde terwijl het opnemen van Spoor 1
aan de gang was.
• U kunt enkel de ritmenummers veranderen die
oorspronkelijk ingesteld waren voor de spoor 1 m.b.v. stap-
voor-stap opname.
Veranderen van een ritmeregelbediening*
* Bedieningen van de INTRO/ENDING 1 toets, INTRO/
ENDING 2 toets, VARIATION/FILL-IN 1 toets,
VARIATION/FILL-IN 2 toets, SYNCHRO/FILL-IN
NEXT toets.
Druk op de ritmeregeltoets waarnaar u wilt veranderen.
I
t n

Bewerken van een melodie

U kunt de volgende bewerkingen uitvoeren tijdens de
melodiebewerkingsfunctie.
• Wis een melodie
• Wis een spoor
• Melodiekopregeldata herschrijven (paneelopname)
Wissen van een melodie
1.
Druk eenmaal op de SONG MEMORY toets om de
weergavestandby in te schakelen.
2.
Gebruik de [+] en [–] toetsen om het nummer in te
stellen van de melodie die u wilt wissen.
o
1
p
/ n d 1
E
D-59

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave