Inbedrijfstelling
2.2
De elektrische installatie controleren
Gebruik onderstaande checklist om de elektrische installatie te controleren voordat u de spanning inschakelt.
Checklist elektrische installatie
Zijn de installatieautomaten/beveiligingen geïnstalleerd?
Eén voor het binnengedeelte en één voor het buitengedeelte (niet inbegrepen bij levering).
Zijn de juiste zekeringen geïnstalleerd? Zie de zekeringentabel hieronder.
Positionering van de buitensensor. Zie onderstaande afbeelding.
Is de communicatiekabel tussen de warmtepomp en het regelcentrum aangesloten? Zie de verkorte handleiding (quick guide) voor installatie.
Controleer met name de aansluiting van de afscherming.
De communicatiekabel moet een uv-bestendige kabel met 2 afgeschermde gevlochten paren zijn die geschikt is
N
voor buitengebruik.
Zekeringentabel
Warmtepomp en regelaars
Warmtepomp, 230 V 1-N 50 Hz
Regelaar, 230 V 1-N, 50 Hz
Warmtepomp, 400 V 3-N 50 Hz
Regelaar, 400 V 3-N, 50 Hz
12) Warmtepomp met 3 kW-bijverwarming.
13) Warmtepomp met 6 kW-bijverwarming.
14) Warmtepomp met 9 kW-bijverwarming.
15) 12 kW-bijverwarming. (Compressor uit.) Vermogensstap 4.
16) 15 kW-bijverwarming. (Compressor uit.) Vermogensstap 5.
17) Warmtepomp met 3 kW-bijverwarming.
18) Warmtepomp met 6 kW-bijverwarming.
19) Warmtepomp met 9 kW-bijverwarming.
Positionering van de buitensensor
Thermia Värmepumpar
Atec
Eenheid
6 kW
9 kW
A
20
A
A
10
A
11 kW
13 kW
32
17
18
19
16
/30
/40
12
13
14
15
10
/16
/16
/20
/25
Aanbevolen locatie
Ongeschikte locatie
▪ Plaats de buitensensor op de noord- of noordwestkant van het huis.
▪ Zorg dat de buitensensor niet wordt blootgesteld aan direct zonlicht.
▪ Bij hogere huizen moet de sensor tussen de tweede en derde verdieping worden geplaatst.
De montageplek mag niet volledig zijn afgeschermd van de wind, maar mag zich ook niet in
een directe tochtstroom bevinden. Plaats de buitensensor niet op een wand van reflecteren-
de platen.
▪ Plaats de sensor op minimaal 1 m afstand van openingen in de muren waar warme lucht uit
kan stromen.
▪ Als de sensorkabel via een buis wordt aangesloten, moet de buis worden afgedicht, zodat de
sensor niet door naar buiten stromende lucht wordt beïnvloed.
VIGFG210
OK
16 kW
16
16
Niet OK
18 kW
—
7