Storingsnr. Storingmelding
28
Noodstop/NOODSTOP
bediend
29
SecuSense®-
hindernisherkenning
Motor 1
30
SecuSense®-
hindernisherkenning
Motor 2
31
Onderspanning
32
Geen 50Hz signaal
33
Geen sensorsignaal motor 1
34
Geen sensorsignaal motor 2
21 Technische gegevens
De werking van de besturing is alleen volgens deze voorschriften / gegevens toegestaan!
Parameter
28505900_ACM230_NL_2017-11-04.docx
Maatregel
De deurbeweging is door het bedienen van de
noodstop/NOODSTOP-ingang gestopt.
De besturing heeft de deurbeweging gestopt, omdat de
krachten op Motor 1 boven de ingeleerde en toegestane
waarden lagen.
a) Controleer op hindernis in de weg.
b) Lichte loop deurvleugel en M1 controleren.
c) Krachten en bewegingstraject wissen en nieuwe testlopen
uitvoeren.
d) Krachtwaarden in [M.A7] en [M.A8] controleren evt.
verhogen.
De besturing heeft de deurbeweging gestopt, omdat de
krachten op Motor 2 boven de ingeleerde en toegestane
waarden lagen.
a) Controleer op hindernis in de weg.
b) Lichte loop deurvleugel en M2 controleren.
c) Krachten en bewegingstraject wissen en nieuwe testlopen
uitvoeren.
d) Krachtwaarden in [M.A9] en [M.b0] controleren evt.
verhogen.
De bedrijfsspanning van de besturing is tijdelijk of langdurig te
gering.
a) Ingangsspanning te gering => netaansluiting controleren.
b) Aangesloten verbruikers aan 12 / 24V -uitgang hebben een
te hoge stroomopname => verbruikers extern voorzien.
c) De foutmelding wordt alleen tijdens de motorwerking
weergegeven (besturing loopt correct): De interne spanning
zakt kortdurend in tijdens de E-slotmodus. Zolang de
besturing correct werkt, geeft de melding alleen een
waarschuwing aan.
Er is tijdelijk of langdurig geen correcte 50Hz (48-52 Hz)
bedrijfsspanning.
a) Ingangsspanning c.q. netaansluiting controleren.
b) Het betreft een defect aan de besturing.
Ook al is de motor 1 aangestuurd, er wordt geen of een vals
signaal van de sensor 1 ontvangen.
b) Het betreft een motor-defect of transmissiebreuk.
b) De noodontgrendeling is bediend.
c) De sensor is defect
d) De sensor komt niet overeen met de instellingen in [M.d4]
=> instelling veranderen.
e) Sensor via [M.d4] = 00 deactiveren
Ook al is de motor 2 aangestuurd, er wordt geen of een vals
signaal van de sensor 2 ontvangen.
b) Het betreft een motor-defect of transmissiebreuk.
b) De noodontgrendeling is bediend.
c) De sensor is defect
d) De sensor komt niet overeen met de instellingen in [M.d4]
=> instelling veranderen.
e) Sensor via [M.d4] = 00 deactiveren
Grenswaarden
Symbool
Min.
Type
Eenhei
Max.
d
Motorbesturing ACM230
Testvoorwaarde
43 / 46