Inhoudsopgave
Advertenties
12.12. Dicht-ingang
[Kl.75]
Massa / ground
[Kl.76]
Dicht-ingang
Ingang voor toetsen, sleutelschakelaars, externe radio enz.
Sluitcontact, potentiaalvrij
Er kunnen meerdere bedieningen parallel worden aangesloten.
De functie van de uitgang wordt in [M.C3] ingesteld
De gele led achter [Kl.56 / 57] brandt, wanneer het contact gesloten is.
Bij [M.C3] = "dodeman-functie" is de radiomodus via de radiomodule [BL1] of de radio-ontvanger [Bl.3]
voor de betreffende bewegingsrichting geblokkeerd.
Bij [M.C3] = "paniekfunctie" en bewegende deur leidt de eerste bediening van de Dicht-ingang tot een
stop. Bij de tweede bediening start de deur dan in de Open-richting.
Als er geen "paniekfunctie" is ingesteld, dan leidt een bediening bij een in tegenovergestelde richting
bewegende deur tot een stop en directe start in de tegenovergestelde richting. Bij dezelfde richting
(actuele bewegingsrichting) heeft de bediening geen effect.
Bij het tegelijkertijd bedienen van de Open-ingang en Dicht-ingang stopt de deur. Verdere
bewegingsrichtingscommando's (radio, impuls, cover) worden niet uitgevoerd.
12.13. Noodstop / NOODSTOP (veiligheidsingang)
[Kl.83]
Noodstop/NOODSTOP
[Kl.84]
Noodstop/NOODSTOP
Veiligheidsingang
bewegingsrichtingsrelais uit)
Veiligheidsingang, wordt in de ingebouwde test bewaakt.
Ingang voor noodstop / NOODSTOP-bediening
Openingscontact, potentiaalvrij
Er kunnen meerdere bedieningen serieel worden aangesloten.
Een niet gebruikte noodstop/NOODSTOP-ingang moet gebrugd zijn! Bij gebruik moet de brug worden
verwijderd.
De rode led achter [Kl.64] brandt, wanneer het contact geopend is.
De functie van de sluit-automaat na Noodstop / NOODSTOP wordt in [M.C2] ingesteld.
De noodstop/NOODSTOP-ingang (veiligheidsfunctie) schakelt de motor- en lichtrelais direct uit en werkt
zodoende ook nog bij uitval van de elektronica! M1 en M2 stoppen direct.
Na een noodstop/NOODSTOP-commando tijdens de motorwerking, volgt met het volgende impuls-
commando een deurbeweging in "tegenovergestelde richting" (weg van de plek van gevaar).
Na een noodstop/NOODSTOP-commando bij staande deur volgt met het volgende impuls-commando in het
algemeen een Open-beweging.
12.14. Lichtrelais (LS / veiligheidsingang)
[Kl.58]
Geschakelde massa
[Kl.59]
LS-signaal ingang
Veiligheidsingang categorie 2 / performance level C conform EN ISO 13849-1/2008
Ingang voor lichtrelais met potentiaalvrije contactuitgang of veiligheidscontactstrips
Openingscontact, potentiaalvrij
Een niet gebruikte LS-ingang moet gebrugd zijn! Bij gebruik moet de brug worden verwijderd.
De functie van de ingang wordt in [M.b6] ingesteld.
De rode led achter [Kl.59] brandt, wanneer het contact open is.
De ingang heeft een veiligheidsfunctie en wordt via ingebouwde tests van de elektronica bewaakt. Bij de
zelftest licht daarbij de led kort op. Als er een fout in de LS-ingang wordt herkend {Er.13}, is er geen
deurbeweging mogelijk.
Bij het bedienen van de LS-ingang kan een motorstart alleen plaatsvinden, wanneer het lichtrelais in de
overeenkomstige bewegingsrichting geen werking heeft (instelling [M.b6]).
Tijdens een motorwerking bewerkstelligt een commando aan de LS-ingang: stop, vrijgave, omkering of
geen werking, afhankelijk van de bewegingsrichting en de instelling in [M.b6].
Bij geactiveerde sluit-automaat wordt door de bediening van de LS-ingang de openhoudtijd net zolang
teruggezet, tot de ingang weer wordt vrijgegeven.
De functie "Sluiten na verlaten van het lichtrelais" wordt in [M.b7] ingesteld. Als bij geopende deur het
lichtrelais wordt verlaten, dan sluit de deur na de ingestelde vertragingstijd [M.b7]. Gedurende deze tijd
28505900_ACM230_NL_2017-11-04.docx
categorie
1
conform
EN
ISO
13849-1/2008
Motorbesturing ACM230
(schakelt
direct
het
25 / 46
Advertenties
Inhoudsopgave
