Hierbij geldt met name het volgende:
▪ De machine mag alleen door personen worden bediend die uitdrukkelijk
opdracht daartoe hebben en die instructies hebben gekregen over het gebruik
ervan.
▪ Verantwoordelijkheid van de exploitant:
▪ De machine is bedoeld voor gebruik in de industriële sector. De exploitant van
de machine is daarom onderworpen aan wettelijke verplichtingen op het gebied
van de arbeidsveiligheid.
▪ Naast de veiligheidsinstructies in deze handleiding moeten de veiligheids-, onge‐
vallenpreventie- en milieubeschermingsvoorschriften die gelden voor het gebied
waarin de machine wordt gebruikt, in acht worden genomen.
▪ De exploitant dient ervoor te zorgen dat de gebruiker vast schoeisel draagt om
verwondingen te voorkomen.
▪ De exploitant dient ervoor te zorgen dat men zich houdt aan de geldende regels
voor de arbeidsveiligheid en dat eventuele overheids- of bedrijfsinterne voor‐
schriften die verder gaan dan deze regels, in acht worden genomen.
▪ De exploitant dient ervoor te zorgen dat alle gebruikers de veiligheidsvoorschrif‐
ten kennen en geïnstrueerd zijn over het productspecifieke gebruik van de ma‐
chine.
▪ De exploitant dient de bevoegdheden voor gebruik, onderhoud en reparatie van
de machine eenduidig te regelen en vast te leggen.
▪ De exploitant dient ervoor te zorgen dat alle gebruikers de gebruiksaanwijzing
vóór het gebruik van de machine hebben gelezen en begrepen.
▪ Verder is de exploitant ervoor verantwoordelijk dat de machine altijd in technisch
onberispelijke conditie is. Daarom geldt het volgende:
▪ De exploitant dient ervoor te zorgen dat men zich houdt aan de in deze
gebruiksaanwijzing beschreven onderhoudsintervallen.
▪ De exploitant dient alle veiligheidsvoorzieningen regelmatig te laten controleren
op het functioneren en de volledigheid.
▪ Storingen en beschadigingen moeten meteen aan de servicedienst worden
gemeld.
▪ Veiligheidsvoorzieningen mogen niet worden gedemonteerd of omzeild.
Verantwoordelijkheid van de gebruiker:
▪ De machine mag alleen worden bediend door personen die geïnstrueerd zijn
over het gebruik en die hiertoe bevoegd zijn.
▪ De machine moet bij het verlaten tegen onvoorzien bewegen beveiligd en met
de ( ) knop uitgeschakeld worden. Trek, indien aanwezig, het netsnoer uit het
stopcontact.
▪ Objecten kleiner dan 15x15x15 cm worden niet betrouwbaar herkend, dienover‐
eenkomstig kunnen deze niet altijd worden omzeild; de machine stopt niet.
▪ Begin- en eindpunt van het aangeleerde pad moeten elkaar 2 m overlappen.
▪ Aanbevolen wordt om tijdens het teachen een afstand van ca. 20 cm tot objec‐
ten zoals muren aan te houden.
▪ Keerbochten in een gang die minder dan 180 cm breed is, moet worden
vermeden.
NL
Pagina 8