Inbedrijfstelling
VEILIGHEID
▪ Wanneer de machine niet wordt gebruikt, moet ze worden beveiligd tegen onbedoeld bewegen en worden uitgeschakeld met de toets ( ). Trek, indien aanwezig,
het netsnoer uit het stopcontact.
▪ Voor aanvang van reinigings- en onderhoudswerkzaamheden aan de machine moet deze worden uitgeschakeld en tegen ongewenst opnieuw inschakelen te
worden beveiligd.
▪ Voor het verwisselen van de borstels en de pad-krukaspoelies/pads, zuigmondstuk en zuiglippen van de machine uitschakelen.
▪ Bij gebruik van reinigings- en onderhoudsproducten moeten de gevaarrichtlijnen van de fabrikant in acht worden genomen. Wij raden u aan altijd een veiligheidsbril
en veiligheidskleding te dragen.
▪ Er wordt uitdrukkelijk verwezen naar de gevaren bij het gebruik van licht ontvlambare, brandbare, giftige, gezondheidsschadelijke, bijtende of irriterende stoffen.
Beperkingen:
▪ Op de betreffende werkplek mogen geen tapijten of soortgelijke ondervloeren liggen
die beschadigd kunnen raken als de machine eroverheen rijdt.
▪ Uitgangen, zoals treden, trappen, hellingen, waterbassins enz.,
zijn in de werkruimte niet aanwezig of veilig afgeschermd.
▪ De aangeleerde (geteachte) weg moet vrij zijn.
▪ Er mogen zich geen personen, dieren of voorwerpen in het werkgebied bevinden.
▪ De gebruiker moet zeker stellen, dat het pad vrij is voor geautomatiseerde bewerking
door de machine, zodat de machine zijn werk kan uitvoeren.
Een tankvulling water/chemicaliën is bij gemiddelde waterdosering voldoende voor ca. 38 - 53 minuten.
Overbelastingsbescherming: Als de borstelmotor tijdens de werking blokkeert, stopt de machine automatisch!
Als u de machine opnieuw uit- en inschakelt, kunt u weer verder werken.
Verswaterslang staat onder druk (max. druk van wateringang 6 bar)!
Voor het navullen van het verswater moet de afvalwatertank worden geleegd!
NL
Pagina 17