■ Parallelle aansluiting van motoren
Ffrequentieomvormers kunnen meerdere, parallel
aangesloten motoren besturen. Indien de motoren
verschillende snelheden moeten hebben, dienen ze
verschillende nominale snelheden te hebben. De
motorsnelheid wordt simultaan gewijzigd, hetgeen
betekent dat de verhouding tussen de nominale
motorsnelheden in het gehele bereik gehandhaafd blijft.
De totale stroom die door de motoren wordt
opgenomen, mag niet groter zijn dan de
maximale nominale uitgangsstroom I
de frequentie-omvormer.
Als de motorvermogens sterk verschillen, kunnen
er bij de start en bij lage snelheden problemen
optreden. Dit wordt veroorzaakt door het feit dat
kleine motoren een relatief grote ohmse weerstand
hebben, waardoor zij bij de start en bij lage snelheid
een hogere spanning vragen.
In systemen waar motoren parallel werken, kan
het elektronische thermische relais (ETR) van
de frequentieomvormer niet worden gebruikt als
motorbeveiliging voor de afzonderlijke motor.
Daarom dienen extra motorbeveiligingen te
worden toegepast, bijvoorbeeld thermistors in
iedere motor (of aparte thermische relais) geschikt
voor de frequentie-omvormer.
Houd er rekening mee dat de afzonderlijke motorkabel
voor elke motor opgeteld moet worden en de totale
toegestane motorkabellengte niet mag overschrijden.
■ Elektrische installatie - remkabel
(Alleen standaard met rem en uitgebreid met rem.
Type-code: SB, EB, DE, PB).
No.
Functie
81, 82
Remweerstandklemmen
De aansluitkabel naar de remweerstand moet
afgeschermd zijn. Sluit de afscherming met behulp
MG.50.R4.10 - VLT is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
van kabelklemmen aan op de geleidende achterplaat
van de frequentieomvormer en op de metalen
behuizing van de remweerstand.
Pas de doorsnede van de remweerstandbekabeling
aan het remkoppel aan. Zie de reminstructies
MI.90.FX.YY en MI.50.SX.YY voor meer informatie
over een veilige installatie.
■ Elektrische installatie - relaisuitgangen
Koppel: 0,5 -0,6 Nm
Schroefmaat: M3
Nr.
1-3
van
4, 5
N
■ Elektrische installatie - externe ventilatorvoeding
Koppel 0,5-0,6 Nm
Schroefmaat: M3
Alleen voor IP54-eenheden in het vermogensbereik
AKD 5016-5102, 380-500 V en AKD 5008-5027,
200-240 V AC.Als de aandrijving door de DC-bus wordt
gevoed (loadsharing), worden de interne ventilatoren
niet met AC-stroom gevoed. In dat geval moeten deze
met een externe AC-stroom worden gevoed.
■ Elektrische installatie - busaansluiting
De seriële busaansluiting volgens de norm RS485
(2-conductor) wordt aangesloten op de klemmen
68/69 van de frequentie-omvormer (signalen P en N).
AKD 5000
NB!:
Houd er rekening mee dat er spanningen tot
1099 V DC op de klemmen kunnen komen te
staan, afhankelijk van de voedingsspanning.
Functie
Relaisuitgang, 1+3 verbreek, 1+2
maak; zie parameter 323 in de
Bedieningshandleiding. Zie ook
Algemene technische gegevens.
Relaisuitgang, 4+5 maak;
zie parameter 326 in de
Bedieningshandleiding.
Zie ook Algemene technische
gegevens.
37