* 6 en 7 verschijnen alleen wanneer de ontspanknop tot halverwege wordt
ingedrukt.
* Bij 8 wordt M weergegeven wanneer Pixeltrack SR wordt ingesteld op
O (Aan) in het menu [A Opnemen]. f wordt weergegeven wanneer de
ontspanknop tot halverwege wordt ingedrukt met Pixeltrack SR ingesteld
op P (Uit) en er een kans op camerabeweging bestaat.
* Bij 13 wordt q weergegeven op het scherm als de scherpstelstand is ingesteld
op = en de functie Automacro is geactiveerd (p.46).
* 15 verschijnt twee seconden nadat de camera is aangezet.
* 17 verandert afhankelijk van de instelling bij [Inst, D-range] in het menu
[A Opnemen]. Er wordt op het scherm geen pictogram weergegeven als
[Hooglichtcor.] en [Schaduwcorrectie] beide zijn ingesteld op [Uit].
* Wanneer de opnamestand b (Autom. opname) is en u drukt de ontspanknop
half in, dan wordt de automatisch geselecteerde opnamestand weergegeven bij
A1, zelfs als "Geen Info" is geselecteerd.
* Als de opname overbelichte delen bevat, worden deze rood knipperend
aangegeven op het scherm. Onderbelichte delen knipperen geel.
* Sommige indicaties worden afhankelijk van de opnamestand weergegeven.
Weergave in de stand Q
Op het scherm wordt informatie weergegeven van de opname in de afspeelstand.
Telkens wanneer u op de knop 4 drukt, verandert de weergave als volgt:
Normale weergave/Histogram + Info in weergavestand
(Alle onderdelen zijn hier alleen voor uitlegdoeleinden weergegeven.)
Op het scherm wordt informatie weergegeven zoals de opnameomstandigheden.
In de "Normale weergave" worden A1 t/m A9 weergegeven. In "Histogram + Info"
worden ook B1 t/m B8 weergegeven.
A1
A2
A3
A4
B1
B2
A5
16
1 / 2 5 0
1 / 2 5 0
1 / 2 5
F 3 . 5
F 3 . 5
F 3 .
Bewerken
Bewerken
Bewerken
12
12
M M
B5
100 - 0038
10 100 - 003
AWB
AWB WB
B6
B7
0038
A6
A7
A8
A9
B3
200
20 200
B4
ISO
IS ISO
B8