Namen van bedieningsonderdelen
1
Aan-uitknop
Hiermee schakelt u de camera in en uit (p.25).
2
Ontspanknop
A-stand:
Wanneer u deze knop tot halverwege indrukt in de foto-opnamestand, stelt de
camera scherp op het onderwerp (uitgezonderd wanneer de scherpstelstand is
ingesteld op 3, s of \) (p.36).
Wanneer u deze knop helemaal indrukt, wordt een foto gemaakt (p.37).
Wanneer u deze knop helemaal indrukt in de standen C (Video),
(Onderwatervideo) en
opnemen van video (p.49).
Q-stand:
Hiermee activeert u de stand A.
3
W/T-knop
A-stand:
Hiermee wijzigt u het opnamegebied (p.38).
Q-stand:
Als u tijdens enkelbeeldweergave op f drukt, wordt de 6-beeldsweergave
geactiveerd. Door nogmaals op f te drukken activeert u de
12-beeldsweergave. Druk op y om terug te keren naar de vorige weergave.
Als u tijdens enkelbeeldweergave op y drukt, wordt de weergave vergroot.
Druk op f om terug te gaan naar de vorige weergave.
1
7
(Hogesnelheidsfilm) start en stopt u het
2
3
4
5
6
8
9
11