•
Beelden die in stap 3 zijn opgeslagen als [
worden bewerkt.
•
RAW-beelden kunnen niet worden bewerkt.
•
Beelden kunnen niet worden voorzien van een hogere resolutie.
Bijsnijden
U kunt een gedeelte van een beeld opgeven om als afzonderlijk
afbeeldingsbestand op te slaan.
5
Bekijk het nieuwe beeld.
z
z
Druk op de knop <n>. [Nieuw beeld
weergeven?] wordt weergegeven.
z
z
Druk op de knoppen <q><r> of draai
aan de knop <7> om [Ja] te selecteren.
Druk vervolgens op de knop <m>.
X
X
Het opgeslagen beeld wordt nu
weergegeven.
1
Kies [Trimmen].
z
z
Druk op de knop <n> en kies
[Trimmen] op het tabblad [1] (= 5 0).
2
Selecteer een beeld.
z
z
Druk op de knoppen <q><r> of draai aan
de knop <7> om een beeld te selecteren.
Druk vervolgens op de knop <m>.
Foto's bewerken
], kunnen niet
Foto's
209