Gebruik
Het dashboard bevat de volgende organen/schakelaars:
A
Sleutelcontact
B
Alarmlichten
C
Claxon*
D
Richtingaanwijzer links en rechts*
E
Verlichting
F
Accu-conditiemeter
G
Snelheidsregelaar
*
Deze toetsen zijn zowel aan de linker als aan de rechterzijde van het dashboard
aangebracht.
A. Contact
In het contact moet de contactplug gestoken worden om de scooter in te
schakelen.
Alle functies van de Winner, met uitzondering van de alarmlichten en de
verlichting, werken alleen als de contactplug in het contact gestoken is.
U kunt de alarmlichten en de verlichting altijd bedienen, ook als de contactplug niet
in het contact gestoken is.
B. Alarmlichten
Door op deze schakelaar te drukken schakelt u de alarmlichten in.
De alarmlichten schakelt u in als u bang bent dat u niet gezien wordt door het
overige verkeer of als u met een storing stil staat.
Door een tweede maal op de schakelaar te drukken, schakelt u de alarmlichten
weer uit.
C. Claxon
Met de claxontoetsen kan een waarschuwingssignaal gegeven worden in
gevaarlijke situaties.
De claxon klinkt zolang u de toets ingedrukt houdt.
D. Richtingaanwijzers links/rechts
Door de schakelaar (aan de linker of rechter zijde) te bedienen, begint de
betreffende richtingaanwijzer te knipperen, om aan te geven dat u van richting wilt
veranderen:
•
voor linksaf zet u de schakelaar naar links;
•
voor rechtsaf zet u de schakelaar naar rechts.
Zodra u van richting bent veranderd, zet u de schakelaar in de neutrale positie om
de richtingaanwijzer uit te schakelen.
22