10.4.9
Storing werkelijke temperatuur
Nummer
9
Als één van de geparametreerde ingangstemperaturen langer dan de bewakingstijd niet
beschikbaar zijn, wisselt de regelaar naar de storingsmodus. De storingsmodus wordt met de
waarde 1 naar de bus verzonden.
Opmerking
Bij punt 2:
Voor het weergeven van de storingsmodus moet dit object met het object
'storing werkelijke temperatuur (slave)' worden verbonden.
Bij punt 3:
Voor het weergeven van de storingsmodus moet dit object met het object
'storing werkelijke temperatuur (slave)' worden verbonden.
10.4.10 Lokale werkelijke temperatuur
Nummer
10
Onzichtbaar!
Technisch Handboek 2273-1-8806
Naam
1. Storing werkelijke
temperatuur
2. Storing werkelijke
temperatuur (master)
3. Storing werkelijke
temperatuur (slave)
Naam
Lokale werkelijke temperatuur
Applicatie-/parameterbeschrijvingen
Communicatieobjecten – KT
Objectfunctie
Uitgang
Uitgang
Uitgang
Objectfunctie
Uitgang
Gegevenstype
Schakelen
Schakelen
Schakelen
Gegevenstype
Schakelen
│82