10.2.97 Temperatuurdetectie – cyclisch zenden van actuele werkelijke temperatuur (min)
Opties:
De door het apparaat gebruikte werkelijke temperatuur kan cyclisch naar de bus worden
verzonden.
10.2.98 Temperatuurdetectie – waardeverschil voor zenden van de werkelijke temperatuur (x
0,1°C)
Opties:
Als de temperatuurwijziging groter is dan het geparametreerde verschil tussen gemeten en de
laatste verzonden werkelijke temperatuur, wordt de gewijzigde waarde verzonden.
10.2.99 Temperatuurdetectie – vergelijkingswaarde voor interne temperatuurmeting (x 0,1°C)
Opties:
Iedere plaats van inbouw heeft andere fysieke voorwaarden (binnen- of buitenwand, lichtbouw
of massieve wand etc.). Om de op de plaats van inbouw heersende werkelijke temperatuur als
meetwaarde van het apparaat te gebruiken, moet op de plaats van inbouw door een externe
vergeleken en/of geijkte thermometer een temperatuurmeting worden uitgevoerd. Het verschil
tussen de op het apparaat aangegeven werkelijke temperatuur en de door het externe
meetapparaat bepaalde werkelijke temperatuur moet als 'vergelijkingswaarde' in het
parameterveld worden ingevuld.
Opmerking
■
■
10.2.100 Temperatuurdetectie – bewakingstijd temperatuurdetectie (0 = geen bewaking) (min)
Opties:
Als binnen de geparametreerde tijd geen temperatuur wordt gemeten, schakelt het apparaat
naar de storingsmodus. Hij stuurt een telegram via het object 'storing werkelijke temperatuur
(master)' naar de bus en stelt bedrijfsmodus en stelgrootte bij storing in.
Technisch Handboek 2273-1-8806
Instelmogelijkheid tussen 5 – 240
Instelmogelijkheid tussen 1 – 100
Instelmogelijkheid tussen 1 – 100
De vergelijkingsmeting zou direct na de inbouw van het apparaat moeten
plaatsvinden. Het apparaat moet zich eerst aanpassen aan de
omgevingstemperatuur voordat de vergelijking kan plaatsvinden. De
vergelijkingsmeting moet kort voor of na de ingebruikneming van de ruimte
worden herhaald.
Deze parameter is alleen beschikbaar als de parameter 'ingangen
temperatuurdetectie' op 'interne meting' of 'gewogen meting' staat.
Instelmogelijkheid tussen 0 – 120
Applicatie-/parameterbeschrijvingen
Applicatie 'RTR'
│66