6. Onderhoud
6.1 Veiligheidsinformatie
WAARSCHUWING:
Laat de pomp afkoelen (zodat er een veilige temperatuur is voor huidcontact)
vooraleer het onderhoudswerk wordt gestart. Zorg ervoor dat de pomp uitgeschakeld
is voor het geval het thermische overspanningsapparaat de pomp opnieuw start.
WAARSCHUWING:
Volg de hieronder gegeven veiligheidsinstructies en neem de gepaste
voorzorgsmaatregelen in acht. Als u dit niet doet, kan dit persoonlijk letsel en schade
aan de apparatuur veroorzaken.
▪
De pomp moet door een speciaal daartoe opgeleide en onder toezicht werkende
technicus worden onderhouden. Respecteer de lokale en nationale
veiligheidsvereisten.
▪
Zorg ervoor dat de onderhoudstechnicus vertrouwd is met de
veiligheidsprocedures die betrekking hebben op de pompolie en de producten die
door het pompsysteem worden verwerkt.
▪
Sluit de pomp en de andere onderdelen in het pompsysteem af van de
stroomvoeding zodat ze niet per ongeluk in werking kunnen worden gesteld.
▪
Wanneer het onderhoud is gebeurd, controleert u opnieuw de richting van de
pomprotatie wanneer de stroomvoeding werd onderbroken.
▪
Hergebruik de O-ringen en de dichtingen niet als die beschadigd zijn.
▪
De pomp en de vloeistoffen zijn verontreinigd met de proceschemicaliën die
tijdens de werking zijn gepompt. Zorg ervoor dat de pomp vóór onderhoud wordt
gereinigd en dat u gepaste voorzorgsmaatregelen neemt om het personeel te
beschermen tegen de gevolgen van gevaarlijke stoffen wanneer er verontreiniging
is opgetreden.
▪
Raak de thermische afbraakproducten van gefluoreerde materialen, die aanwezig
kunnen zijn wanneer de pomp werd verwarmd tot 260 °C (500 °F) en hoger, niet
aan en adem deze niet in. Deze afbraakproducten zijn zeer gevaarlijk. De
gefluoreerde materialen in de pomp omvatten oliën, vetten en dichtingen. De
pomp kan oververhit geraakt zijn als hij verkeerd is gebruikt, een storing heeft
vertoond of is blootgesteld aan brand. Onze veiligheidsinformatiebladen voor
gefluoreerde materialen die in de pomp worden gebruikt, zijn op verzoek
verkrijgbaar: neem contact op met ons of met uw leverancier.
▪
Voer een lekdichtheidstest van het systeem uit na het uitvoeren van
onderhoudswerk indien enige vacuüm- of uitlaatverbindingen werden aangesloten
of losgekoppeld. Eventueel opgespoorde lekken moeten afgedicht worden.
A37132886_F
A37132886_F - Onderhoud
Blz. 28
01/2021 - ©Edwards Limited