pompen van hoge volumes gas of bij het bedienen van de pomp met de
gasballastregeling geopend.
De motor is beveiligd met een overbelastingsapparaat dat de pomp isoleert van de
stroomvoeding wanneer de kritieke temperatuur of stroomwaarden overschreden
worden. Het overbelastingsapparaat wordt automatisch gereset wanneer de motor
afgekoeld is. Bij het controleren van de pomp moet u ervoor zorgen dat de pomp niet
door een herhalende cyclus van thermische overbelastingsfouten en automatische
resets gaat. Verlaag indien nodig de thermische belasting van de gepompte gassen om
oververhitting van de pomp te voorkomen.
5.8 Stopzetting
Opmerking:
Als de gasballastregeling open is en de motor om enige reden wordt uitgeschakeld, kan
de aandrijfas van de pomp in omgekeerde richting draaien, waardoor de systeemdruk
toeneemt. Om dit te voorkomen, gebruikt u een gasballastregelklep (zie
Elektromagnetisch bediende gasballastklep
gasballastregelklep
Zoals omschreven in onderstaande procedure raden wij aan om de olie te ontsmetten
voordat de pomp wordt uitgeschakeld. Hierdoor wordt schade aan de pomp door de
verontreinigende stoffen in de olie voorkomen.
1.
Zie De olie ontsmetten
indien nodig.
2.
Sluit de isolatieklep van het vacuümsysteem (als die niet reeds gesloten is).
3.
Sluit de gasballast (dat wil zeggen, draai de gasballastregeling met de klok mee).
4.
Schakel de stroomvoeding naar de pomp uit.
A37132886_F
A37132886_F - Bediening
op pagina 39).
Het ontsmetten van de olie
Blz. 27
Elektromagnetisch bediende
op pagina 26 en ontsmet de olie
01/2021 - ©Edwards Limited