▪
Verwijder het uitlaatmondstuk en vervang dit door een NW25-flensadapter
(beschikbaar als optioneel accessoire, zie
pagina 37) en sluit deze vervolgens aan op de NW25-flens.
Neem de volgende informatie in acht voordat u een aansluiting maakt op de
pompuitlaat:
▪
Het uitlaatsysteem moet zo worden geconfigureerd dat de maximumdruk bij de
pompuitlaat niet hoger is dan 0,5 bar manometerdruk (1,5 bar absoluut, 1,5 x 10
Pa) bij volledige pompdoorvoer.
▪
Wij raden aan om in de volgende omstandigheden een olienevelfilter te installeren
op de pompuitlaat:
▪
De nevelfilter vangt de olie op die uit de pomp wordt uitgestoten: de olie kan
worden hergebruikt als het niet verontreinigd is.
4.9 Lektest van het systeem
Voer een lektest uit van het systeem en dicht alle gevonden lekken na installatie van de
pomp, voor het voorkomen van lekkage van stoffen uit het systeem en lekkage van lucht
in het systeem.
A37132886_F
A37132886_F - Installatie
▪
Bij gebruik van de pomp met de gasballastregeling geopend;
▪
Bij het bedienen van de pomp gedurende langere periodes met een hogere
inlaatdruk dan 10 mbar;
▪
Als vaak omlaag wordt gepompt van atmosferische druk.
Reserveonderdelen en accessoires
Blz. 22
op
01/2021 - ©Edwards Limited
5