14.5 omgeving
extra zorg en aandacht is bij de ontwikkeling gegeven aan het knel- en
klemgevaar voor zowel de gebruiker als zijn of haar omgeving. Het risico is
hierdoor geminimaliseerd. Toch geven wij u nog hier nog enkele opmerkingen
die van belang kunnen zijn om het risico echt minimaal te houden:
● voordat u gaat rijden met de rolstoel dient u zich ervan te overtuigen dat er
geen personen of dieren zich te dicht bij de rolstoel zijn. Zij zouden voeten of
poten onder de wielen kunnen krijgen hetgeen lichamelijke pijn en of -letsel
kan veroorzaken.
14.6 voorzorg ter preventie van gevaarlijke situaties
om gevaarlijke situaties te vermeiden willen we graag u op de volgende
voorzorgsmaatregelen wijzen:
● laad de rolstoel alleen in goed geventileerde ruimten.
● rij op lage snelheid wanneer andere personen en of dieren in de buurt zijn.
● schakel u verlichting in situaties waar u zichtbaarheid minder is, zoals bij
schemering en of mist.
● neem geen andere personen of dieren mee als passagier in de rolstoel.
● controleer of er voldoende energie in de accu's aanwezig is om de geplande
tocht te kunnen rijden..
● vervang geen defecte hoofdzekering voordat u de oorzaak van het
doorbranden van de zekering heb laten onderzoeken..
● laat uw rolstoel controleren na een botsing of bij een beschadiging van de
rolstoel door welke oorzaak ook.
● controleer om de 4 weken de bandenspanning en bandenslijtage.
● laat de rolstoel elke jaar volledig controleren door uw locale dealer.
● laat de rijeigenschappen van uw rolstoel alleen wijzigen door gekwalificeerd
personeel van uw locale dealer of door de specialisten van Life & Mobility.
76