7.2 SIGNALERINGEN OP DE BESTURINGSEENHEID
Op de besturingseenheid zitten leds: "L1-L8" op de toetsen en "L9-
L13" en "OK" op de klemmen van de besturingseenheid ("Afbeel-
ding 26").
Elk van deze leds kan bijzondere signalen geven, zowel bij normale
werking als in het geval van een storing. In "Tabel 11" en "Tabel 12"
worden de oorzaak en de mogelijke oplossing beschreven voor elk
type storing.
SIGNALERINGEN VAN DE LED OP DE KLEMMEN VAN DE BESTURINGSEENHEID
Status
Alle leds
Geen van de leds brandt
Led OK
Uit
Aan
1 knippersignaal per
seconde
1 knippersignaal per 5
seconden
2 snelle knippersignalen
Serie knippersignalen,
onderbroken door een
pauze van een seconde
Led ALT
Uit
Aan
Led FOTO (fotocellen)
Uit
Aan
Led FOTO1
Uit
Aan
Led Sbs
Uit
Aan
Led AUX
Uit
Aan
18 – NEDERLANDS
Betekenis
Geen voeding naar de
besturingseenheid
Storing
Ernstige storing
Alles OK
Alles OK
De status van de ingangen is
gewijzigd
Diverse
Activering van de ALT-ingang Controleer de inrichtingen die zijn aangesloten op de ingang ALT
Alles OK
Activering van de ingang
FOTO
Alles OK
Activering van de ingang
FOTO1
Alles OK
Alles OK
Activering van de ingang Sbs
Alles OK
Activering van de ingang AUX
26
5 6 7 8 9 10 11 12 13
Mogelijke oplossing
Controleer of de besturingseenheid voeding krijgt: meet op de klemmen 6-7
een spanning van ongeveer 30 Vdc (of 24 Vdc met batterijvoeding).
Controleer de 2 zekeringen, als ook de led OK niet brandt of knippert is er
waarschijnlijk sprake van een ernstig defect en moet de besturingseenheid dus
worden vervangen.
Controleer of er voeding is; controleer of de zekeringen niet gesprongen
zijn; is dat wel zo, achterhaal dan de oorzaak van het defect en vervang de
zekeringen door nieuwe met dezelfde stroomwaarde
Er is een ernstige storing; probeer de besturingseenheid enkele seconden
uit te schakelen; als de storing aanhoudt, is er een defect en moet de
elektronische printplaat worden vervangen
Normale werking van de besturingseenheid
Besturingseenheid op stand-by
Dit is normaal wanneer een verandering plaatsvindt op een van de ingangen:
OPEN, STOP, activering van de fotocellen of de radiozender wordt gebruikt
Dit is dezelfde signalering als die op het knipperlicht (zie "Tabel 10")
Ingang ALT actief
Controleer de inrichtingen die zijn aangesloten op de ingang FOTO
Ingang FOTO actief
Controleer de inrichtingen die zijn aangesloten op de ingang FOTO1
Ingang FOTO1 actief
Ingang Sbs niet actief
Dit is normaal als de inrichting die is aangesloten op de ingang Sbs effectief
actief is
Ingang AUX niet actief
Dit is normaal als de inrichting die is aangesloten op de ingang AUX effectief
actief is
L10
L12
OK
L9
L11
L1 L8
..
L13
Tabel 11