Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Advertenties

LP21/LP22
1
Veiligheidsvoorschriften
Beschikbaarheid van de documenten
De handleiding Gebruiksaanwijzing moet te allen tijde beschikbaar zijn. De instructies moeten voor het
eerste gebruik van het apparaat worden gelezen, begrepen en altijd worden opgevolgd.
Service alleen door elektrotechnici
Alle werkzaamheden aan het apparaat (montage, aansluiten, inbedrijfstelling, buitenbedrijfstelling,
onderhoud, reparatie, metingen en instellingen) mogen uitsluitend worden uitgevoerd door bevoegde
elektrotechnici die een relevante training voor ongevallenpreventie hebben gevolgd.
Toepassingsgebied
Het apparaat mag uitsluitend worden gebruikt voor de toepassing waarvoor de fabrikant het gemaakt heeft.
Lees hier meer over in het hoofdstuk reglementair gebruik.
Oneigenlijk gebruik
Voor het apparaat gelden de garantiebepalingen van de fabrikant in de op het moment van aankoop geldige
versie. Voor een onjuiste, verkeerde handmatige of automatische instelling van parameters voor een
apparaat c.q. voor onjuist gebruik van een apparaat is de fabrikant niet aansprakelijk.
Ongeoorloofde reparaties
Reparaties mogen alleen door de fabrikant worden uitgevoerd. Bij overtredingen van dit voorschrift is de
veiligheid in het geding en vervalt de garantie.
Toelaatbare spanningen
De spanningsbronnen moeten voldoen aan de eisen die aan een veilige stroomvoorziening voor
laagspanningsapparatuur worden gesteld (zie de SELV-norm, „Safety extra low voltage").
Voorschriften bij elektrische spanning
Bij het werken met apparatuur die in aanraking komt met elektrische spanning, moeten de toepasselijke
elektrotechnische voorschriften worden opgevolgd. In Duitsland zijn dit met name EN 60335, EN 60065, EN
50110 en de Brand- und Unfallverhütungsvorschriften. In uw land of regio kunnen andere bepalingen gelden.
Volg de voorschriften op van het land waar u zich bevindt
Alle werkzaamheden aan het apparaat en de opstelling ervan moeten overeenkomstig de nationale
elektrische bepalingen en de plaatselijke voorschriften worden uitgevoerd.
Vereiste veiligheidsvoorzieningen
Het apparaat mag niet als beveiligingsmodule zoals beschreven in machinerichtlijn 2006/42/EG, het
bouwproductvoorschrift 305/2011/EU of een ander veiligheidsvoorschrift worden gebruikt. Potentieel
gevaarlijke installaties vereisen extra veiligheidsvoorzieningen!
Pag. 1 a 37
LP21/LP22 installatie-instructies nl
Sensors

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Nice LP21

  • Pagina 1 Vereiste veiligheidsvoorzieningen Het apparaat mag niet als beveiligingsmodule zoals beschreven in machinerichtlijn 2006/42/EG, het bouwproductvoorschrift 305/2011/EU of een ander veiligheidsvoorschrift worden gebruikt. Potentieel gevaarlijke installaties vereisen extra veiligheidsvoorzieningen! Pag. 1 a 37 LP21/LP22 installatie-instructies nl Sensors...
  • Pagina 2: Reglementair Gebruik

    SPS-besturingen. Toepassingsgebieden zijn installaties op het gebied van verkeerstechniek, besturingen van poorten en slagbomen, de bewaking van parken en tunnels en seinapparatuur. De verkeersdetectoren LP21/LP22 zijn bedoeld om in een schakelkast of vergelijkbare behuizing ingebouwd te worden. LET OP!
  • Pagina 3: Productoverzicht

    LP21/LP22 Productoverzicht Afmetingen behuizing Afb.1: Zijaanzicht LP21/LP22 Afb.2: Vooraanzicht LP21/LP22 Pag. 3 a 37 LP21/LP22 installatie-instructies nl Sensors...
  • Pagina 4: Componenten Van Het Apparaat

    LP21/LP22 Componenten van het apparaat Afb.3: Verkeersdetector LP21/LP22 Index Onderdeel Beschrijving Luskanaal-leds 1 (rood + blauw) Statusweergaves voor lussen en detector DIP-schakelaar 1 Basisinstellingen voor detector Luskanaal-leds 2 (rood + blauw) Statusweergaves voor lussen en detector DIP-schakelaar 2 (variant LP22)
  • Pagina 5: Technische Gegevens

    Isolatiespanning lusingangen 1 kV (galvanisch gescheiden) Cyclus- en reactietijd 12 ms (onafhankelijk van luskanalen) Maximale snelheid van voertuigen • Aanwezigheidsherkenning max. 200 km/u • Richtingsherkenning (2-kanaals-varianten) max. 200 km/u (bij luskopafstand 2 m) Pag. 5 a 37 LP21/LP22 installatie-instructies nl Sensors...
  • Pagina 6 100 mA worden gebruikt! 3) Specificaties klemmenblokken Rastergrootte 5,0 mm, leidingdoorsnedes 0,25 – 2,5 mm², AWG 24-12 Pag. 6 a 37 LP21/LP22 installatie-instructies nl Sensors...
  • Pagina 7: Productbeschrijving

    Productvarianten De Verkeersdetector is in de volgende varianten verkrijgbaar: Productnaam Kenmerken • LP21 (1 KANAAL) 1 kanaal voor een inductielus • 2 relaisuitgangen • 8-polige DIP-schakelaar voor de configuratie •...
  • Pagina 8: Producteigenschappen

    LP21/LP22 Producteigenschappen De verkeersdetectoren beschikken over de volgende producteigenschappen: • 1 luskanaal (LP21) c.q. 2 luskanalen (LP22) • 2 potentiaalvrije relais-uitgangen met wisselcontacten • 8-polige DIP-schakelaar voor de configuratie • 4-polige DIP-schakelaar voor de uitgebreide configuratie (LP22) • 2 c.q. 4 leds die de status van detectoren en lussen aangeven •...
  • Pagina 9: Voertuigherkenning

    Als er geen inductielus aan de klemmen van het luskanaal aangesloten is, komt dit overeen met de fouttoestand Lusbreuk. Na het herkennen van een lusfout wordt het betreffende luskanaal uitgeschakeld. Eventueel raken hierdoor ook de beschikbare bedrijfsmodi beperkt, bijvoorbeeld de richtingsherkenning. Pag. 9 a 37 LP21/LP22 installatie-instructies nl Sensors...
  • Pagina 10: Beschrijving Van De Aansluitingen

    Al naar gelang de variant is het klemmenblok 2-polig of 4-polig. De inductielussen worden overeenkomstig de afbeelding aangesloten aan het oranje klemmenblok. Aansluitingen inductielus kanaal 1 Aansluitingen inductielus kanaal 2 (2-kanaals-varianten LP22) Afb.5: Lusaansluitingen (oranje) Pag. 10 a 37 LP21/LP22 installatie-instructies nl Sensors...
  • Pagina 11 Sluiter-contact op uitgang 1 (NO1) c.q. uitgang 2 (NO2) COM1 Common-contact op uitgang 1 (COM1) c.q. uitgang 2 COM2 (COM2) Verbreekcontact op uitgang 1 (NC1) c.q. uitgang 2 (NC2) Afb.4: Relaisaansluitingen 1 (geel) en 2 (rood) Pag. 11 a 37 LP21/LP22 installatie-instructies nl Sensors...
  • Pagina 12: Montage En Elektrische Installatie

    1. Plaats het apparaat van bovenaf met de groef op de DIN-rail en klik de beugel aan de onderkant vast. 2. Controleer of het goed vastzit. → De detector kan in bedrijf worden genomen. Pag. 12 a 37 LP21/LP22 installatie-instructies nl Sensors...
  • Pagina 13: Spanningsvoorziening Aansluiten

    1. Volg de waarschuwingen en veiligheidsvoorschriften van het externe apparaat op. 2. Volg de instructies van de fabrikant op omtrent het bedraden van de uitgangen van het externe apparaat. → De voedingskabels zijn verbonden met de spanningsbron. Pag. 13 a 37 LP21/LP22 installatie-instructies nl Sensors...
  • Pagina 14 1. Volg de waarschuwingen en veiligheidsvoorschriften van het externe apparaat op. 2. Volg de instructies van de fabrikant op omtrent het bedraden van de uitgangen van het externe apparaat. → De relaisuitgangen zijn verbonden met de signaalingangen van het externe apparaat. Pag. 14 a 37 LP21/LP22 installatie-instructies nl Sensors...
  • Pagina 15 Vermijd het opdelen van de kabel in korte stukken. Mocht het toch nodig zijn om meerdere korte stukken kabel te gebruiken, scherm dan de klempunten waar de stukken met elkaar verbonden zijn, met moffen van giethars af tegen binnendringend vocht. Pag. 15 a 37 LP21/LP22 installatie-instructies nl Sensors...
  • Pagina 16: Inductielussen Aansluiten

    5. Draai de betreffende schroef goed vast. 6. Steek het klemmenblok evt. weer in de vierpolige, oranje fitting. → De inductielussen zijn stevig gemonteerd zonder dat er draad blootligt. Pag. 16 a 37 LP21/LP22 installatie-instructies nl Sensors...
  • Pagina 17: Inbedrijfstelling

    1. Bepaal de instellingen met behulp van de DIP-schakelaars. 2. Schakel de spanningsvoorziening voor de detector in. → De detectoren van de serie LP21/LP22 voeren automatisch een test van de inductielussen en een frequentiesynchronisatie uit. → De detector is klaar voor gebruik als de blauwe leds continu branden. Meer uitleg vindt u in het hoofdstuk over de led-weergaven.
  • Pagina 18: Beschrijving Van De Functies

    (zie ter illustratie de afbeelding Knippercode) Tab.6: Signaalkleuren van de leds Legenda led-symbolen brandt knippert frequentie Knippercode van de leds na een frequentiesynchronisatie Afb.8: Led-weergave van de lusfrequentie Pag. 18 a 37 LP21/LP22 installatie-instructies nl Sensors...
  • Pagina 19: Instellingen Dip-Schakelaars

    Analyselogica voor de rijrichting naar gelang de toepassing bij lusbelasting (zie de volledige handleiding!) Tab.7: Beschrijving van de instellingen 8.2.1 DIP-schakeltoewijzingen van de LP21-varianten De 1-kanaals-varianten hebben een 8-polige DIP-schakelaar om de detector mee te configureren. Aanduiding Werking Sense a...
  • Pagina 20 Pulssignaal Output 2 Continu signaal bij berijden Edge 2 bij verlaten Uitgang omgekeerd Omk. Out 1 Uitgang niet omgekeerd Uitgang niet omgekeerd Omk. Out 2 Uitgang omgekeerd Tab.9: Instellingen per DIP-schakelaar (LP21) Pag. 20 a 37 LP21/LP22 installatie-instructies nl Sensors...
  • Pagina 21 Tijdstip uitgangssignaal 2 Tab.10: Belasting DIP-schakelaar 1 (standaard) DIP2 Aanduiding Werking Dir. Mode Richtingsherkenning Dir. Logic Richtingslogica Inv. Out 1 Omkering uitgangssignaal 1 Inv. Out 2 Omkering uitgangssignaal 2 Tab.11: Belasting DIP-schakelaar 2 (standaard) Pag. 21 a 37 LP21/LP22 installatie-instructies nl Sensors...
  • Pagina 22 Uitgang omgekeerd Omk. Out 1 Uitgang niet omgekeerd Uitgang niet omgekeerd Omk. Out 2 Uitgang omgekeerd Aanwezigheid Dir. Mode Richting Continu signaal 2 Dir. Logic Spookrijder 1 Tab.12: Instellingen per DIP-schakelaar (LP22) Pag. 22 a 37 LP21/LP22 installatie-instructies nl Sensors...
  • Pagina 23: Reset-Toets

    De fabrieksinstellingen van bij klanten geïnstalleerde varianten kunnen afwijken van deze door de fabrikant vastgestelde standaardspecificaties. Let op de gegevens die op het apparaat en in de meegeleverde documenten staan vermeld! Pag. 23 a 37 LP21/LP22 installatie-instructies nl Sensors...
  • Pagina 24: Gevoeligheid Instellen (Inschakeldrempel)

    Dat wil zeggen dat de inschakeldrempel liefst zo hoog mogelijk moet zijn. Gevoeligheid (f/f) (Sense a) (Sense b) 0,01 % hoog niveau (grootste gevoeligheid) 0,04 % gemiddeld hoog niveau 0,16 % gemiddeld laag niveau 0,64 % laag niveau (fabrieksinstelling) Tab.14: Gevoeligheidsinstellingen Pag. 24 a 37 LP21/LP22 installatie-instructies nl Sensors...
  • Pagina 25: Lusfrequentie Instellen (Frequentieniveau)

    (2-kanaals-varianten). De lussen van een detector kunnen daarom op hetzelfde frequentieniveau werken. OPMERKING Bereik van de lusinducties Bij lusinducties buiten het aanbevolen bereik kan het beschikbare frequentiebereik beperkt zijn. DIP (Frequency) Frequentieniveau laag (fabrieksinstelling) hoog Tab.15: Instellingen lusfrequentie Pag. 25 a 37 LP21/LP22 installatie-instructies nl Sensors...
  • Pagina 26: Uitvoermodus Instellen (Signaaltype)

    Ook door storingen veroorzaakte langdurige activeringen kunnen worden vermeden door de stoptijd hierop af te stemmen. DIP (Hold Time) Stoptijd oneindig 5 min Tab.16: Instellingen stoptijd (LP21/LP22) Uitvoermodus instellen (signaaltype) Voor de uitgangen kunnen verschillende uitvoermodi (signaaltypes) worden ingesteld. LET OP Uitschakelen van de richtingslogica (2-kanaalsvarianten) Om de uitvoermodus in te kunnen stellen moet de richtingslogica zijn uitgeschakeld, d.w.z.
  • Pagina 27: Signaaluitvoer Omkeren (Signaalgedrag)

    Bij de uitvoer als impulssignaal kan het schakeltijdstip voor de uitgangen worden vastgelegd. OPMERKING Impulsduur instellen De vooringestelde impulsduur bedraagt 200 ms. DIP (Edge 2) Impulstijdstip bij het over de lus rijden (fabrieksinstelling) bij het vrijkomen van de lus Tab.19: Impulstijdstip van de uitgang Pag. 27 a 37 LP21/LP22 installatie-instructies nl Sensors...
  • Pagina 28: Richtingsherkenning Instellen (2-Kanaals-Varianten)

    Er dient op te worden gelet dat de tellers bij 65.535 (2 ) opnieuw beginnen en automatisch worden gewist. • De tellerstanden zijn niet beveiligd tegen spanningsuitval! Richtingsherkenning uitgeschakeld (fabrieksinstelling) ingeschakeld Tab.21: Richtingsherkenning instellen Pag. 28 a 37 LP21/LP22 installatie-instructies nl Sensors...
  • Pagina 29: Richtingslogica Instellen (2-Kanaals-Varianten)

    Verlaten lus 2 Fileverkeer hoort niet voor te komen. Parkeerhaven afhankelijk van de Richting 1 voor korte in- en uitritten richting Richting 2 Tab.23: Overzicht van de logische eenheden voor de richting Pag. 29 a 37 LP21/LP22 installatie-instructies nl Sensors...
  • Pagina 30 Continu signaal Lus vrij Lus belast Tab.24: Legenda bij de richtingslogica Uitgebreide uitleg over de werking voor verschillende verkeerssituaties vindt in de volgende hoofdstukken. Richtingslogica “Afzonderlijk voertuig“ 9.8.1 Afb.10: Richtingslogica voor afzonderlijke voertuigen Pag. 30 a 37 LP21/LP22 installatie-instructies nl Sensors...
  • Pagina 31 LP21/LP22 Richtingslogica “File of kolonne“ 9.8.2 Afb.11: Richtingslogica voor kolonnes of fileverkeer Richtingslogica “Spookrijder 1“ 9.8.3 Afb.12: Richtingslogica Spookrijder 1 Pag. 31 a 37 LP21/LP22 installatie-instructies nl Sensors...
  • Pagina 32: Richtingslogica "Rangeren 1"

    LP21/LP22 Richtingslogica “Spookrijder 2“ 9.8.4 Afb.13: Richtingslogica Spookrijder 2 Richtingslogica “Rangeren 1“ 9.8.5 Afb.14: Richtingslogica Rangeren 1 Pag. 32 a 37 LP21/LP22 installatie-instructies nl Sensors...
  • Pagina 33 LP21/LP22 Richtingslogica “Rangeren 2“ 9.8.6 Afb.15: Richtingslogica Rangeren 2 Pag. 33 a 37 LP21/LP22 installatie-instructies nl Sensors...
  • Pagina 34 LP21/LP22 Richtingslogica “Spookrijder in de kolonne of file“ 9.8.7 Afb.16: Richtingslogica “Spookrijder in der kolonne of file“ Pag. 34 a 37 LP21/LP22 installatie-instructies nl Sensors...
  • Pagina 35 LP21/LP22 Richtingslogica “Dwarsverkeer“ 9.8.8 Afb.17: Richtingslogica dwarsverkeer OPMERKING Foutieve tellingen Alle logica's behalve de logica PB in richting 1 geven in deze verkeerssituatie foutieve tellingen, omdat ze binnenrijders tellen i.p.v. uitrijders! Pag. 35 a 37 LP21/LP22 installatie-instructies nl Sensors...
  • Pagina 36 • correcte telling bij kolonnes en files • correcte telling, ook bij het rangeren van een afzonderlijk voertuig • Er mogen geen rangeerders binnen een kolonne optreden! Pag. 36 a 37 LP21/LP22 installatie-instructies nl Sensors...
  • Pagina 37: Onderhoud & Revisie

    7. Kabels uit de klemstekkers trekken. → De detector is nu gedemonteerd. 12 Product afvoeren Voer het product aan het einde van zijn levensduur volgens de ter plaatse geldende wettelijke bepalingen af. Pag. 37 a 37 LP21/LP22 installatie-instructies nl Sensors...

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Lp22

Inhoudsopgave