10
Waardevolle aanwijzingen voor het strooien
10.6.3
Instelling van het strooivolume.
Voorbeeld voor de berekening van de strooihoeveelheid:
z
Er moeten twee rijen worden bestrooid.
z
De afstand tussen de beide te bestrooien rijen bedraagt 3 m.
Z De effectieve werkbreedte bedraagt dus 6 m (doorrijden van iedere twee-
Aangezien in de strooitabel echter geen gegevens over de instelling van de scho-
telstrooier voor minerale mest bij een werkbreedte van 6 m zijn aangegeven, is
het aan te raden om in de strooitabel bij de werkbreedte van 12 m de instelwaar-
den te nemen.
Indien u 200 kg/ha bij een werkbreedte van 6 m wilt strooien, moet u de instel-
waarden voor een werkbreedte van 12 m uit de tabel aflezen en de doseer-
schuifinstelling voor 100 kg/ha instellen.
136
de doorgang).