9
Onderhoud
9.2.2
Schroefverbindingen controleren
De schroefverbindingen zijn in de fabriek vastgedraaid met het noodzakelijke
aandraaikoppel en geborgd. Door trillingen en schokken, met name in de eerste
gebruiksuren, kunnen schroefverbindingen losraken.
z
Controleer bij een nieuwe schotelstrooier voor minerale mest na ongeveer 30
gebruiksuren of alle schroefverbindingen goed vastzitten.
z
Controleer regelmatig, echter minimaal vóór aanvang van het strooiseizoen,
of alle schroefverbindingen vast zitten.
Enkele componenten (bijv. strooischoepen) zijn met zelfborgende moeren ge-
monteerd. Gebruik bij montage van deze componenten altijd nieuwe zelfbor-
gende moeren.
9.2.3
Platte veer voor strooischijven controleren
[1] Platte veer
[2] Vergrendelbout
100
n VOORSICHTIG
Platte veer niet te ver doorbuigen
De spanning van de platte veer moet de hoofd- en verlengschoep
op de strooischijf met behulp van de vergrendelbout op correcte
wijze vergrendelen. Door te ver buigen van de vlakke veer verliest
deze de nodige spanning voor borging van de strooischoepen.
Als de veerspanning te laag is, wordt de vergrendelbout ontgren-
deld en kan zo materiële schade veroorzaken.
X Bij een verstelling van de strooischoeppositie drukt u de
vergrendelbout voorzichtig in een willekeurige positiebo-
ring.
X Bij een te lage veerspanning de platte veer onmiddellijk
vervangen.
Afb. 9.1:
1
2
Vergrendelbout correct vergren-
deld