2. Schroef de strooischoep
met de nieuwe bout [8], de
nieuwe borgmoer [6] en de
nieuwe onderlegring [7] aan
de strooischijf.
3. Draai de bout zodanig vast,
dat deze vlak en stevig vast-
zit (aandraaikoppel: ca.
8 Nm).
4. Draai de bout [8] weer ongeveer een halve slag los, om te garanderen dat de
verlengschoepstand eenvoudig kan worden versteld.
Z De schroef mag slechts zo ver worden losgedraaid dat de positie van de
verlengschoep kan worden versteld en de verlengschoep nog vast op
de hoofdschoep ligt.
5. Vergrendel de platte veer weer met de instelhendel.
6. Herhaal de stappen eventueel bij andere verlengschoepen, die moeten wor-
den vervangen.
Z Beide strooischijven weer monteren. Zie
ren, pagina
111.
Afb. 9.19: Nieuwe verlengschoep
Afb. 9.20: Bevestigingspunten van de strooi-
schoepen
Afb. 9.21: Bevestigingspunten van de strooi-
schoepen
9.9.2: Strooischijven monte-
Onderhoud
6
7
8
7
9
115