9
Tastcycli: Gereedschap automatisch opmeten | Cyclus 485 DRAAIGEREEDSCHAP METEN (optie #50)
Cyclusparameters
Helpscherm
Voorbeeld
11 TOOL CALL 12 Z
12 TCH PROBE 485 DRAAIGEREEDSCHAP METEN ~
Q340=+1
Q260=+100
398
Parameter
Q340 Modus gereedschapsmeting (0-2)?
Gebruik van de meetwaarden:
0: De gemeten waarden worden in ZL en XL ingevoerd. Wanneer in
de gereedschapstabel reeds waarden zijn vastgelegd, worden deze
overschreven. DZL en DXL worden op 0 teruggezet. TL wordt niet
gewijzigd
1: de gemeten waarden ZL en XL worden met de waarden uit de
gereedschapstabel vergeleken. Deze waarden worden niet gewij-
zigd. De besturing berekent de afwijking van ZL en XL en voert deze
in DZL en DXL in. Als de deltawaarden groter zijn dan de toegesta-
ne slijtage- of breuktolerantie, vergrendelt de besturing het gereed-
schap (TL = geblokkeerd). De afwijking is bovendien beschikbaar in
Q-parameter Q115 en Q116.
2: De gemeten waarden ZL en XL , evenals DZL en DXL worden
met de waarden uit de gereedschapstabel vergeleken, maar niet
gewijzigd. Als de waarden groter zijn dan de toegestane slijtage-
of broedtolerantie, vergrendelt de besturing het gereedschap (TL =
geblokkeerd)
Invoer: 0, 1, 2
Q260 Veilige hoogte?
Positie in de spilas invoeren waarbij een botsing met werkstukken
of spanmiddelen uitgesloten is. De veilige hoogte is gerelateerd
aan het actieve referentiepunt van het werkstuk. Wanneer de veili-
ge hoogte zo klein is ingevoerd, dat de gereedschapspunt onder
de bovenkant van de schotel zou komen te liggen, positioneert de
besturing het gereedschap automatisch boven de schotel (veilig-
heidszone uit safetyDistStylus).
Invoer: –99999,9999...+99999,9999
;CONTROLEREN ~
;VEILIGE HOOGTE
HEIDENHAIN | TNC 640 | Meetcycli voor werkstuk en gereedschap programmeren | 10/2022