Tastcycli: Referentiepunten automatisch vastleggen | Cyclus 413 NULPNT BUITEN CIRKEL
Helpscherm
HEIDENHAIN | TNC 640 | Meetcycli voor werkstuk en gereedschap programmeren | 10/2022
Parameter
Q301 Verpl. veiligheidshoogte (0/1)?
Vastleggen hoe het tastsysteem zich tussen de meetpunten moet
verplaatsen:
0: tussen meetpunten op meethoogte verplaatsen
1: tussen meetpunten op veilige hoogte verplaatsen
Invoer: 0, 1
Q305 Nummer in tabel?
Voer de regelnummers van de referentiepunttabel/nulpunttabel in
waarin de besturing de coördinaten van het middelpunt opslaat.
Afhankelijk van Q303 legt de besturing het item in de referentie-
punttabel of in de nulpunttabel vast.
Als Q303 = 1 dan beschrijft de besturing de referentiepunttabel.
Verdere informatie: "Berekende referentiepunt opslaan",
Pagina 162
Invoer: 0...99999
Q331 Nieuw nulpunt in hoofdas ?
Coördinaat in de hoofdas waarop de besturing het vastgestelde
midden van de tap moet instellen. Basisinstelling = 0. De waarde
werkt absoluut.
Invoer: –99999,9999...+99999,9999
Q332 Nieuw nulpunt in hulpas ?
Coördinaat in de nevenas waarop de besturing het vastgestelde
midden van de tap moet instellen. Basisinstelling = 0. De waarde
werkt absoluut.
Invoer: –99999,9999...+99999,9999
Q303 Meetwaarde overdracht (0,1)?
Vastleggen of het vastgelegde referentiepunt in de nulpunttabel of
in de referentiepunttabel moet worden opgeslagen:
-1: niet gebruiken! Wordt door de besturing ingevoerd wanneer
oude NC-programma's worden ingelezen zie "Gemeenschappelij-
ke kenmerken van alle tastcycli 4xx voor het vastleggen van een
referentiepunt", Pagina 161
0: vastgesteld referentiepunt in de actieve nulpunttabel opslaan.
Referentiesysteem is het actieve werkstukcoördinatensysteem
1 = vastgesteld referentiepunt in de referentiepunttabel opslaan.
Invoer: –1, 0, +1
5
183