7 Buiten gebruik nemen / Klaarmaken voor de winter
4 Buitenwatersysteem
• Sluit de buitenwater-afsluiter.
• Verwijder het deksel van het koelwaterfil-
ter.
• Reinig het koelwaterfilter indien nodig.
86
t
!
ip
Combineer het spoelen van het buiten-
watercircuit met zoet water met laten
draaien met het beschermende brand-
stofmengsel, zie 'Klaarmaken voor de
winter - Beschermend brandstofmeng-
sel' .
• Sluit de buitenwaterinlaat aan op een zoet-
(drink-) waterleiding of op een tank met
zoetwater. Open de tapkraan en laat de
motor tenminste 5 minuten draaien met
stationair toerental om het buitenwater
koelsysteem te ontdoen van zout en ver-
ontreinigingen.
Zorg voor voldoende watertoevoer om
oververhitting van de motor te voorkomen.
Warmtewisselaar
Reinig de warmtewisselaar uitsluitend
indien noodzakelijk, zie
pag. 73.
Laadluchtkoeler
Reinig de laadluchtkoeler uitsluitend
indien noodzakelijk, zie
pag. 78.
Buitenboordwaterpomp
Controleer tenminste eenmaal per 2
jaar de impeller van de buitenboordwa-
terpomp, zie pag. 62.
• Stop de motor en sluit de tapkraan.
• In gebieden waar gedurende de winter de
temperatuur onder nul kan komen dient
het buitenwatersysteem beschermd te
worden.
Giet 1 liter anti-vries (bij voorkeur een niet
giftige biologisch afbreekbare anti-vries) in
het koelwaterfilter en laat de motor draaien
tot de anti-vries in het koelsysteem verdwe-
nen.