5 Gebruik
Controleer vóór het starten
navolgende punten:
• Motoroliepeil.
• Koelvloeistofniveau.
• Buitenboordwaterkraan open.
• Hoofdschakelaar '
' .
aan
• Bedieningshendel in stand '
30
de
aLtijd
' .
neutraaL
1 Bedieningshendel
Controleer alvorens de motor te starten altijd
of de bedieningshendel(s) in stand neutraal
staat (staan).
Laat de bedieningshendel in de stand
'neutraal' staan.
Neutraal
(Geen gas, keerkoppeling
niet ingeschakeld)
2 Bedieningspaneel
Het bedieningspaneel is voorzien van een
startschakelaar met sleutel.
Starten