3 Eerste inbedrijfstelling
10 Controle koelvloeistofniveau
Zodra de motor op bedrijfstemperatuur is
gekomen dient het koelvloeistofniveau in de
expansietank gecontroleerd te worden.
• Varieer het toerental tussen stationair en
2000 omw/min.
• Vul koelvloeistof bij indien noodzakelijk.
Bij een warme motor is het niveau iets hoger
dan bij een koude motor.
26
• Controleer de koelvloeistoftemperatuur.
11 Proefvaart
• Controleer de werking van de van de bedie-
ningshendel.
- Maak een proefvaart.
Bij volle belasting (met een varend schip)
moet het maximale toerental ongeveer over-
eenkomen met de bij de technische gegevens
opgegeven waarde. Indien de motor dit toe-
rental niet bereikt draait deze overbelast! Laat
in dat geval de scheepsschroef controleren op
onregelmatigheden en op een juiste keuze
van spoed en diameter.