Parkeerrem
Stel de parkeerrem altijd in werking wanneer u de
machine stopt of deze onbeheerd achterlaat.
Parkeerrem in werking stellen
1.
Trap het rempedaal (fig. 11) in en houd het
ingetrapt.
2.
Beweeg de parkeerremhendel (fig. 11) omhoog
en laat het rempedaal langzaam opkomen. Het
rempedaal moet in de ingetrapte (vergrendelde)
stand blijven staan.
Parkeerrem lossen
1.
Trap het rempedaal (fig. 11) in. De
parkeerremhendel moet nu vrijkomen.
2.
Laat het rempedaal opkomen.
Starten en stoppen van de
motor
Starten
1.
Neem plaats op de bestuurdersstoel.
2.
Trap het rempedaal in.
NB.:
De motor kan alleen worden gestart
wanneer u het rempedaal helemaal
ingetrapt houdt.
3.
Zet de aftakasschakelaar in de stand UIT
(fig. 12).
4.
Zet de choke-hendel op AAN (als de motor koud
is) (fig. 12).
5.
Zet het handgas halverwege richting SNEL
(fig. 12).
6.
Contactsleutel rechtsom draaien en in de stand
START houden (fig. 13). De sleutel loslaten
zodra de motor start.
Belangrijk: De startmotor nooit langer dan
5 seconden per keer laten draaien,
anders kan de startmotor defect
raken. Als de motor na 5 seconden
nog niet is aangeslagen, de
contactsleutel in de stand OFF
draaien, de bedieningsorganen en
werkwijze nogmaals controleren,
10 seconden extra wachten en het
starten herhalen. Zie Problemen,
oorzaak en remedie, pagina 52.
7.
Nadat de motor is gestart, beweegt u de
choke-hendel langzaam naar UIT (fig. 12). Als
de motor hapert of afslaat, zet u de choke-hendel
enkele seconden terug op AAN. Zet daarna het
handgas in de gewenste stand.
NB.:
Laat de motor warmlopen voordat u
hem belast; dit is bevorderlijk voor de
levensduur van de motor.
Gebruiksaanwijzing
15