De veiligheidsgordel mag niet door
onderdelen van de rolstoel, zoals een
armleuning of wielen, uit de buurt van het
lichaam van de gebruiker worden
gehouden.
De bekkengordel dient ongehinderd en niet
te los tussen het bekken en het dijbeen van
de gebruiker te zitten. De hoek van de
bekkengordel moet tussen de 30° en 75°
liggen.
103