7
Lengten rookgasafvoerbuis
7.1
Algemeen
De HR-ketels zijn uitgerust met een ventilator die de rookgassen naar de
rookgasleiding transporteert. Door de stromingsweerstand van de rook-
gasleiding worden de rookgassen geremd.
Alleen wanneer de rookgasleidingen een bepaalde lengte niet overschrij-
den, is de veilige afvoer naar buiten gegarandeerd. Daarvoor moet een
berekening volgens EN 13384 worden uitgevoerd, waarbij de gegevens
voor de enkele ketel in de technische documentatie moeten worden ge-
bruikt. Bovendien moeten de landspecifieke voorschriften en richtlijnen
worden opgevolgd.
Voor de rookgasafvoersystemen die in deze handleiding worden be-
schreven, adviseren wij het gebruik van de door Bosch aangeboden ori-
ginele accessoires.
Om dit te vergemakkelijken, zijn hieronder gangbare rookgasleidingen
voor systeemtemperaturen 80/60 °C berekend.
Wanneer het gebruikte systeem en de rookgasleiding overeenkomt met
de beschreven opbouw en aan de voorschriften voldoet, hoeft geen be-
rekening te worden uitgevoerd.
Wanneer u zelf berekeningen uitvoert, moet u bij enkele ketels rekening
houden met een resterende opvoerhoogte van 200 Pa en bij cascadesy-
stemen van 120 Pa.
Ketelvariant
Enkele ketel
3)4)
Cascade van 2 ketels
1) Berekeningsbasis: Totale lengte van het verbindingsstuk L
ook de verbindingsstukken van de ketel naar de collector. Bij de aangegeven lengte wordt rekening gehouden met de steunbocht.
2) Enkele ketel: Indien nodig met conisch overgangsstuk direct op de rookgasaansluiting van de ketel.
Cascade: Indien nodig met overgangsstuk direct vóór de steunbocht.
3) Voor het cascadesysteem garandeert de berekening volgens DIN EN 13384 een maximale druk in de gezamenlijke rookgasleiding van 50 Pa overdruk bij gebruik van één ketel
(2e ketel buiten bedrijf) bij nominaal warmtevermogen. De accessoireset 'Cascade' bevat twee motorisch aangestuurde afsluitende rookgaskleppen als
terugstroombeveiliging.
4) Om de maximale opbouwhoogte bereiken, moeten afhankelijk van de combinatie van vormdelen en het systeem (een- of dubbelwandig) tussensteunen worden geïnstalleerd
(Hoofdstuk 3.3).
Tabel 19 Leidinglengtes L [m] bij omgevingsluchtafhankelijke rookgasafvoer in de schacht (enkele ketel en cascade, variant 1)
Condens 7000 FP – 6721846724 (2022/08)
Omgevingsluchtafhankelijke rookgasafvoer in de schacht volgens B
(systeemtemperatuur 80/60 °C), variant 1
Ketelgrootte [kW]
Ø Rookgasaansluiting
ketel
350
DN250
400
DN250
500
DN250
2 x 350
DN250
2 x 400
DN250
2 x 500
DN250
≤ 1,5 m; bij cascadesystemen is dit de lengte van het verbindingsstuk vanaf de collector. Tot de levering behoren
V
7.2
Rookgasafvoersystemen als open systeem
7.2.1
Open systeem rookgasafvoer door de schacht conform
B23p
Variant 1
A
2)
min
Afb. 14 Rookgasafvoer in de schacht, variant 1
[1)] Steunbocht in de schacht
[2)] Hoofdstuk 4
[3)] Steun/bevestiging
L
Lengte verbindingsstuk
V
L
Verticale leidinglengte
1)
2)
Ø Rookgasaansluiting
DN160
collector
–
20
–
12
–
–
DN300
–
DN300
–
DN300
–
Lengten rookgasafvoerbuis
D
2)
min
2)
Ø
1)
3)
L
V
0010012523-002
23P
2)
2)
DN200
DN250
50
50
50
50
43
50
5
50
–
34
–
11
2)
DN300
–
–
–
50
50
50
13