Montage-instructies
4.3.1
Eisen aan de opstelruimte bij nominaal warmtevermogen
>100 kW bij omgevingsluchtafhankelijk bedrijf
Voor gastoestellen met een totaal nominaal warmtevermogen van meer
dan 100 kW is een speciale opstelruimte noodzakelijk (zie ook de plaat-
selijke voorschriften (voor Duitsland), TRGI 2018). De betreffende pro-
vinciale brandweerverordeningen moeten worden opgevolgd. In de
opstelruimte moeten twee naar buiten leidende verbrandingsluchtope-
ningen aanwezig zijn, waarvan de dwarsdoorsnede 150 cm
voor elke kilowatt boven 50 kW totaal nominaal warmtevermogen is.
De opstelruimte moet bij omgevingsluchtafhankelijk bedrijf aan de vol-
gende eisen voldoen:
• De opstelruimte mag niet voor andere doeleinden worden gebruikt,
behalve
– voor de montage van huisaansluitingen, inclusief de
afsluit-, regel- en meetinrichtingen,
– voor de opstelling van toestellen voor vloeibare brandstoffen,
warmtepomp, WKK-installaties of vaste verbrandingsmotoren,
– voor de opslag van brandstoffen.
• In de opstelruimte mogen geen openingen naar andere ruimtes aan-
wezig zijn, behalve openingen voor deuren.
• De deuren van de opstelruimte moeten dicht en zelfsluitend zijn.
• De opstelruimte moet kunnen worden geventileerd.
Boven 100 kW gelden voor rookgasafvoersystemen met overdruk
(bijv.: B
, B
) aanvullende ventilatie-eisen (zie ook de plaatselij-
23P
53P
ke voorschriften (voor Duitsland), TRGI 2018). In dat geval is een
ventilatieopening aan de boven- en onderkant op dezelfde wand in de
opstelruimte vereist. Per opening moet bij meer dan 100 kW telkens
2
nog 1 cm
/kW worden opgeteld. Zo zijn voor een 300 kW-installatie
2 ventilatieopeningen van telkens 350 cm
ventilatie van de opstelruimte zijn dus strenger dan de eisen aan de
verbrandingsluchttoevoer. De bovenste en onderste ventilatieope-
ning moeten zover mogelijk van elkaar liggen. Deze openingen kun-
nen met de verbrandingsluchttoevoer worden verrekend.
Buiten de opstelruimte moet een noodschakelaar worden geïnstalleerd
(zie ook de plaatselijke voorschriften (voor Duitsland), TRGI 2018). De
branders van de warmtegeneratoren moeten altijd met deze noodscha-
kelaar kunnen worden uitgeschakeld.
Verbrandingsluchtopeningen
Ketelgrootte [kW]
Oppervlak per opening
[cm
350
400
400
450
500
550
2 x 350
750
2 x 400
850
2 x 500
1050
Tabel 3 Verbrandingsluchtopeningen bij omgevingsluchtafhankelijk be-
drijf
6
2
plus 2 cm
2
vereist. De eisen aan de
Aantal openingen [n]
2
]
2
2
2
2
2
2
4.3.2
Eisen aan de opstelplaats bij nominaal warmtevermogen
>100 kW bij omgevingsluchtonafhankelijk bedrijf
Voor gastoestellen met een totaal nominaal warmtevermogen van meer
dan 100 kW is een speciale opstelruimte noodzakelijk (zie ook de plaat-
selijke voorschriften (voor Duitsland), TRGI 2018). De betreffende pro-
vinciale brandweerverordeningen moeten worden opgevolgd.
De opstelruimte moet bij omgevingsluchtonafhankelijk bedrijf aan de
2
volgende eisen voldoen:
• De opstelruimte mag niet voor andere doeleinden worden gebruikt,
behalve
– voor de montage van huisaansluitingen, inclusief de
afsluit-, regel- en meetinrichtingen,
– voor de opstelling van toestellen voor vloeibare brandstoffen,
warmtepomp, WKK-installaties of vaste verbrandingsmotoren,
– voor de opslag van brandstoffen.
• In de opstelruimte mogen geen openingen naar andere ruimtes
aanwezig zijn, behalve openingen voor deuren.
• De deuren van de opstelruimte moeten dicht en zelfsluitend zijn.
• De opstelruimte moeten kunnen worden geventileerd. Daarvoor
moet bijv. een raam of een deur naar buiten kunnen worden geopend.
Buiten de opstelruimte moet een noodschakelaar worden geïnstalleerd
(zie ook de plaatselijke voorschriften (voor Duitsland), TRGI 2018). De
branders van de warmtegeneratoren moeten altijd met deze noodscha-
kelaar kunnen worden uitgeschakeld.
Verbrandingsluchtopeningen
Ketelgrootte [kW]
Oppervlak per opening
350
400
500
2 x 350
2 x 400
2 x 500
Tabel 4 Verbrandingsluchtopeningen bij omgevingsluchtonafhankelijk
bedrijf
4.4
Test- en inspectieopeningen
Rookgasafvoersystemen moeten eenvoudig en veilig kunnen worden ge-
controleerd op vrije doorlaat en eenvoudig te reinigen zijn. Hiervoor
moeten inspectieopeningen worden ingepland.
Neem bij het inrichten van de test- en inspectieopeningen de geldende
nationale en regionale voorschriften, verordeningen en richtlijnen in
acht. Hiervoor adviseren wij overleg te plegen met de verantwoordelijke
autoriteiten (BSM).
▶ Neem de geldende nationale en regionale voorschriften, technische
regels en richtlijnen in acht.
Aantal openingen [n]
2
[cm
]
400
2
450
2
550
2
750
2
850
2
1050
2
Condens 7000 FP – 6721846724 (2022/08)