Doorverbin-
Oorspronkelijke oproep
den
verbinden met een tweede
=
oproep. Voor u zijn beide
gesprekken daarmee
beëindigd.
Hoofdmenu
Toegang tot het hoofd-
menu.
Gesprek-
Overzicht van alle wach-
status
tende en actieve gesprek-
ken (bijvoorbeeld deelne-
mers aan een conferentie).
Directe oproep
Wanneer deze functie is ingescha-
keld, kan slechts één telefoonnum-
mer worden gekozen.
Inschakelen
¢
¢
Beveiliging
C
T
¢
Directe oproep
Bevestig uw keuze.
C
Voer de toestelcode in.
J
Bij het allereerste gebruik dient u
een toestelcode (4 tot 8 cijfers) vast
te leggen en in te voeren.
Bevestig uw keuze.
C
Zorg dat u deze code niet vergeet
(pagina 18)!
/
Selecteer een telefoon-
Ï
J
nummer uit het telefoon-
boek/adresboek of voer
het in.
Bevestig dit.
C
Toepassen
Om het telefoonnummer
§Carola§
te kiezen (bijv. dat van
Carola) houdt u de rechter-
displaytoets ingedrukt.
Uitschakelen
Ingedrukt houden.
#
Toestelcode invoeren.
J
Invoer bevestigen.
C
Stuurcodes (DTMF)
Om bijvoorbeeld uw antwoordappa-
raat op afstand te kunnen afluisteren
toetst u stuurcodes (cijfers) in tijdens
een geopende verbinding. Deze
reeks cijfers wordt dan rechtstreeks
in de vorm van DTMF-tonen (stuur-
codes) doorgegeven.
Opent het gespreksmenu
C
Zend DTMF
Selecteer dit.
Bellen
29