¢
¢
Beveiliging
C
T
¢
PIN-codes
¢
Functie selecteren.
PIN2 wijzigen
(Wordt alleen weergegeven als PIN2 be-
schikbaar is)
Volg dezelfde procedure als bij
PIN
wijzigen.
Tel.code wijz.
(Toestelcode wijzigen)
De toestelcode (een getal van 4 tot
8 cijfers) legt u zelf vast zodra u voor
de eerste keer een door de toestel-
code beveiligde functie opent (bijv.
Directe
oproep, pagina 29). Deze code
geldt dan voortaan voor alle bevei-
ligde functies.
Wanneer driemaal achter elkaar een
onjuiste toestelcode wordt inge-
voerd, wordt de toegang tot de toe-
stelcode en tot alle functies die hier
gebruik van maken geblokkeerd.
Neem in dit geval contact op met de
klantenservice van Siemens
(pagina 133).
Blokkering van de
SIM-kaart opheffen
Als u driemaal een onjuiste PIN-code
invoert, wordt de SIM-kaart geblok-
keerd. Voer dan volgens de instruc-
ties de PUK-code (MASTER PIN) in die
bij uw SIM-kaart hoort en door uw
provider is verstrekt. Als u de PUK-
code (MASTER PIN) kwijt bent,
kunt u contact opnemen met uw
provider.
Inschakelbeveiliging
Ook als de PIN-beveiliging is uitge-
schakeld (pagina 18), wordt bij het
inschakelen van het toestel een be-
vestiging vereist.
Dit voorkomt dat u het toestel per
ongeluk inschakelt, bijvoorbeeld
wanneer u de telefoon in uw jaszak
draagt of als u zich in een vliegtuig
bevindt.
Ingedrukt houden.
B
Druk op deze toets. De
§OK§
telefoon wordt ingescha-
keld.
§Annuleer§
Indrukken of niets doen.
De inschakelprocedure
wordt afgebroken.
Beveiliging
19