Hoofdstuk 1 VOORBEREIDINGEN
Bedieningspaneel
Voor verschillende bewerkingen en instellingen.
1.
Toets [HOME]
Voor het oproepen van het beginscherm.
& P.14 "Namen en functies op het
beginscherm"
2.
Toets [POWER]
Voor het in-/uitschakelen van de
stroomvoorziening.
3.
HOOFD SCHAK. (MAIN POWER) lampje
Licht op als de hoofdschakelaar is
INGESCHAKELD.
4.
Toets [SPAARSTAND (ENERGY SAVER)]
Voor het activeren of verlaten van de
energiebesparende modus.
5.
Toets [TOEGANG (ACCESS)]
Wanneer de afdelingscode of
gebruikersinformatie is ingesteld.
& P.77 "Inloggen"
6.
Digitale toetsen (Optioneel)
Gebruik deze toetsen om nummers in te voeren.
7.
[PROGRAMMEERBARE1
(PROGRAMMABLE1)] toets /
[PROGRAMMEERBARE2
(PROGRAMMABLE2)] toets
Leg vaak gebruikte functies vast met deze
toetsen en gebruik ze voor snelle toegang.
& MFP-beheerhandleiding (PDF): "Hoofdstuk 2:
ITEMS INSTELLEN (BEHEERDER)"
12
1
2
13
12
11
10
8.
GEHEUGEN ONTV. (MEMORY RX) lampje
Licht op bij ontvangst van faxgegevens en
faxcommunicatie.
9.
Alarm lampje
Licht op wanneer een storing optreedt die moet
worden verholpen.
10.
PRINT DATA lampje
Licht op bij ontvangst van gegevens, zoals
afdrukgegevens.
11.
Toets [START]
Start bewerkingen zoals kopiëren. Het blauwe
lampje aan de linkerkant van de knop licht op
wanneer het apparaat klaar is.
12.
Toets [FUNCTIE WISSEN (FUNCTION
CLEAR)]
Hiermee wist u alle geselecteerde functies en
wordt teruggekeerd naar de standaardwaarden.
13.
Aanraakpaneel
Configureer diverse functies zoals het kopiëren.
& P.15 "Gebruik van het aanraakpaneel"
3
4
5
6
9
8
7