TYPE BATTERIJ
Voor de voeding van de machine moeten hermetische batterijen voor de tractie gebruikt worden, met
recombinatie van gassen of gel technologie. De gebruikte batterijen moeten voldoen aan de vereisten
vermeld in de normen: CEI EN 60254-1:2005-12 (CEI 21-5) + CEI EN 60254-2:2008-06 (CEI 21-7).
Voor een goede werkprestatie wordt aanbevolen om twee batterijen 12V MFP 112Ah/C
ONDERHOUD EN AFDANKING VAN DE BATTERIJEN
Volg voor het onderhoud en het opladen van de batterijen de aanwijzingen van de fabrikant van de
batterijen. Wanneer de batterijen leeg zijn, moeten ze losgekoppeld worden door gespecialiseerd en
opgeleid personeel, en uit de batterijruimte gehaald worden met behulp van geschikte hefmiddelen.
NOTA BENE: U bent verplicht om de opgebruikte batterijen, geclassificeerd als gevaarlijk afval,
te overhandigen aan een bevoegd bedrijf volgens de wetsbepalingen inzake afvalverwerking.
PLAATSING VAN DE BATTERIJEN IN DE MACHINE
De batterijen moeten in de ruimte onder het afvalreservoir geplaatst worden, en moeten verplaatst
worden met behulp van hefmiddelen die gepast zijn voor het gewicht en voor het koppelingssysteem.
GEVAAR: Respecteer de veiligheidsnormen die gelden in het land van gebruik of de
respectievelijke DIN EN 50272-3 en DIN EN 50110-1 voordat de batterijen worden gehanteerd.
VOORZICHTIG: Om toevallige kortsluiting te vermijden, moeten geïsoleerde gereedschappen
gebruikt worden om de batterijen aan te sluiten, en mogen geen metalen voorwerpen op de
batterij gelegd worden. Draag geen ringen, horloges en kleding die metalen delen bevatten,
die in aanraking zouden kunnen komen met de terminals van de batterij.
De fasen om de batterijen in de batterijruimte te plaatsen, is als volgt:
1.
Voer de fasen uit om de machine in veiligheid te stellen (raadpleeg de paragraaf
IN VEILIGHEID
STELLEN").
2.
Neem de handgreep (1) vast die zich aan de rechter zijkant van het afvalreservoir bevindt
(Afb.1), en draai het afvalreservoir tot in de "onderhoudspositie".
3.
Plaats de batterijen in de speciale ruimte en positioneer de polen "+" en "-" tegenover elkaar
(Afb.2).
NOTA BENE: Om de batterijen dagelijks op te laden en voor het onderhoud moeten de
aanwijzingen van de fabrikant of van de verkoper nauwgezet uitgevoerd worden.
WAARSCHUWING: Alle werkzaamheden voor de installatie en het onderhoud moeten door
gespecialiseerd personeel uitgevoerd worden.
NOTA BENE: Reinig de batterijruimte voordat de batterijen worden gemonteerd. Controleer de
correct werking van de contacten van de bijgeleverde kabels.
WAARSCHUWING: Controleer dat de kenmerken van de batterij die wordt gebruikt geschikt
zijn voor de werkzaamheden die moeten uitgevoerd worden. Controleer de staat van lading
van de batterij en de staat van de contacten van de batterij.
NOTA BENE: Er wordt aangeraden om de batterijen alleen te heffen en te verplaatsen met
hijs- en vervoermiddelen die geschikt zijn voor de massa en het gewicht ervan
WAARSCHUWING: De koppelingen mogen de blokken, de connectoren of de kabels niet
beschadigen.
WAARSCHUWING: Voordat de batterijen in de machine worden gestopt, moet op de klemmen
een beetje vet voorzien worden zodat ze worden beschermd tegen externe corrosie.
1
1
2
AANSLUITING VAN DE BATTERIJEN OP DE INSTALLATIE VAN DE MACHINE
De batterijen moeten zodanig aangesloten worden
dat een totale spanning van 24V wordt verkregen.
OPGELET: Er wordt aanbevolen om de
handelingen van de elektrische aansluiting te
laten uitvoeren door gespecialiseerd en opgeleid
personeel van het servicecentrum.
VOORZICHTIG: Om toevallige kortsluiting te
vermijden, moeten geïsoleerde gereedschappen
gebruikt worden om de batterijen aan te sluiten,
en mogen geen metalen voorwerpen op de
batterij gelegd worden. Draag geen ringen,
horloges en kleding die metalen delen bevatten,
die in aanraking zouden kunnen komen met de
terminals van de batterij.
De fasen om de batterijen in de batterijruimte te plaatsen, is als volgt:
1.
Verbind de batterijen in serie met behulp van de bijgeleverde kabel (1), op de polen "+" en "-".
2.
Sluit de verbindingskabel van de batterijen (2) aan op de aansluitklemmen "+" en "-" zodat de
klemmen een spanning van 24V hebben.
3.
Sluit de connector van de elektrische installatie (3) aan op de connector van de batterijen (2).
te gebruiken.
5
"DE MACHINE
2
1
3
14
DE BATTERIJEN OPLADEN
De batterijen moeten opgeladen worden vóór het eerste gebruik en wanneer geen voldoende
vermogen meer wordt geleverd.
OPGELET: Om de batterijen niet permanent te beschadigen, is het noodzakelijk om te
voorkomen dat de batterijen helemaal leeglopen; voer het opladen uit binnen enkele minuten
nadat het signaal voor lege batterijen in werking is getreden.
OPGELET: Laat de batterijen nooit helemaal leegstaan, ook niet wanneer de machine niet
gebruikt wordt.
1.
Breng de machine naar de zone waar de batterijen worden opgeladen.
2.
Voer de fasen uit om de machine in veiligheid te stellen (raadpleeg de paragraaf
IN VEILIGHEID
STELLEN").
OPGELET: Parkeer de machine in een gesloten omgeving, op een vlakke en gladde
ondergrond. Nabij de machine mogen geen voorwerpen aanwezig zijn die in geval van contact
met de machine beschadigd kunnen worden of de machine zelf kunnen beschadigen.
OPGELET: Het lokaal waar de batterijen worden opgeladen, moet goed geventileerd zijn zodat
gasophopingen worden vermeden die uit de batterijen komen.
3.
Neem de handgreep (1) vast die zich aan de rechter zijkant van het afvalreservoir bevindt
(Afb.1), en draai het afvalreservoir tot in de "onderhoudspositie".
OPGELET: De volgende handelingen moeten uitgevoerd worden door gekwalificeerd
personeel. Een verkeerde aansluiting van de connector kan storingen van de werking van de
machine veroorzaken.
NOTA BENE: Lees de handleiding van het gebruik en het onderhoud van de batterijlader
aandachtig door die wordt gebruikt om op te laden.
4.
Bereik het achterste deel van de machine, en verwijder de dop (2) van het stopcontact van de
batterijlader (Afb.2).
5.
Sluit de connector (3) van de stroomkabel van de batterijlader aan op het stopcontact (4) van de
batterijlader zelf (Afb.3).
VOORZICHTIG: Voordat de batterijen worden aangesloten op de batterijlader moet
gecontroleerd worden dat de gebruikte batterijen geschikt zijn.
1
2
1
2
WAARSCHUWING: Voordat de connector (3) in het stopcontact (4) wordt geplaatst, moet
gecontroleerd worden dat geen condens of andere vloeistoffen aanwezig zijn.
NOTA BENE: De stroomkabel van de batterijlader wordt geleverd in het zakje dat deze
gebruiksaanwijzing bevat.
6.
Stop de stekker van de stroomkabel van de batterijlader in het stopcontact.
VOORZICHTIG: Houd het afvalreservoir open tijdens de complete laadcyclus van de batterijen
zodat de gasuitstoten kunnen uitstromen.
NOTA BENE: Voordat de batterijlader in het stopcontact wordt geplaatst, moet gecontroleerd
worden dat de kenmerken van het stroomnet overeenstemmen met diegenen van de
batterijlader. Lees de gebruiksaanwijzing van de batterijlader door die wordt geleverd in het
zakje dat deze gebruiksaanwijzing bevat.
7.
Nadat de batterij helemaal is opgeladen, moet de stekker van de voedingskabel van de
batterijlader losgekoppeld worden van het stopcontact van het stroomnet.
8.
Haal de connector van de voedingskabel van de batterijlader uit het stopcontact van de
batterijlader.
9.
Plaats de dop (2) die het stopcontact van de batterijlader bedekt.
10. Neem de handgreep (1) vast die zich aan de rechter zijkant van het afvalreservoir bevindt, en
draai het afvalreservoir tot in de "onderhoudspositie".
MONTAGE VAN DE BORSTEL
Om verpakkingsredenen wordt de borstel gedemonteerd van de machine geleverd, om deze te
monteren op het basishuis moet als volgt te werk gegaan worden:
1.
Voer de fasen uit om de machine in veiligheid te stellen (raadpleeg de paragraaf
IN VEILIGHEID
STELLEN").
VOORZICHTIG: Er wordt aanbevolen om altijd beschermende handschoenen te dragen om
ernstige verwondingen aan de handen te voorkomen.
2.
Til het basishuis op, en druk het pedaal "BEDIENING BASIS" (1) achteraan de machine helemaal
in (Afb.1).
NOTA BENE: om de basis in de opgetilde positie te blokkeren, moet het pedaal (1) helemaal
ingedrukt worden en naar de rechter kant van de machine verplaatst worden (Afb.6).
3.
Plaats de borstel, wanneer de basis in de hoge positie is gesteld, in de zitting van de plaat onder
de basis en draai hem tot de twee knoppen in de openingen van de plaat zelf komen te zitten
(Afb.2).
4.
Duw de knop naar de koppelingsveer toe zodat de borstel geblokkeerd wordt.
1
2
1
"DE MACHINE
3
4
3
"DE MACHINE