Hoofdstuk 3
De papierlade vullen
1
Laat de papierlade zakken en schuif de papierbreedtegeleider
zo ver mogelijk naar buiten, indien noodzakelijk.
2
Stamp het papier aan op een plat oppervlak zodat alle vellen goed
zijn uitgelijnd en controleer vervolgens of het papier aan de volgende
eisen voldoet:
–
–
3
Plaats het papier met de afdrukkant naar beneden in de papierlade totdat
het papier niet verder kan worden ingevoerd. Voorkom dat het papier
buigt door het niet te ver of te hard aan te drukken. Om papierstoringen te
voorkomen, plaatst u het papier in de lade totdat het niet verder kan
worden ingevoerd.
Als u papier met een briefhoofd gebruikt, plaatst u het papier met de
bovenkant naar voren in de lade.
Gebruik niet te veel papier. Controleer of de stapel papier meerdere vellen
bevat, maar niet uitsteekt boven de bovenkant van de papierbreedtegeleider.
4
Schuif de papierbreedtegeleider tot deze tegen de rand van het papier
aankomt. Controleer of de stapel papier plat in de papierlade ligt
en onder het lipje van de papierbreedtegeleider past.
12
Het papier mag niet gescheurd, stoffig, gekreukeld, omgekruld of aan
de hoeken gevouwen zijn.
Al het papier in de stapel moet van dezelfde soort zijn en hetzelfde
formaat hebben, tenzij u met fotopapier werkt.
hp psc 1100/1200 series