6.
Vul het carter met olie; zie
(bladz. 47)
en
Het motoroliepeil controleren
(bladz.
47).
7.
Sluit en vergrendel de motorkap.
Onderhoud van het
luchtfilter
Onderhoudsinterval: Om de 200 bedrijfsuren
(vaker in zeer stoffige of vuile
omstandigheden).
Het luchtfilter verwijderen
•
Controleer de luchtfilterbehuizing op schade die
een luchtlek kan veroorzaken. Vervang deze in
geval van beschadiging. Controleer het gehele
luchtinlaatsysteem op lekken, beschadiging of
losse slangklemmen.
•
Verricht de onderhoudswerkzaamheden aan het
luchtfilter met inachtneming van de aanbevolen
onderhoudsintervallen of eerder als de prestaties
van de motor achteruitgaan als gevolg van
buitengewoon stoffige en vuile omstandigheden.
Als u het luchtfilter vervangt voordat dit nodig is,
wordt alleen maar de kans vergroot dat er vuil in
de motor komt als het filter wordt verwijderd.
•
Zorg ervoor dat het deksel goed vastzit en de
luchtfilterbehuizing helemaal afsluit.
1.
Maak de machine klaar voor onderhoud; zie
Vóór onderhoudswerkzaamheden (bladz.
2.
Open de motorkap.
3.
Maak de sluitingen los waarmee het deksel van
het luchtfilter is bevestigd aan het luchtfilterhuis
(Figuur
67).
Aanbevolen motorolie
44).
1. Luchtfilterdeksel
2. Filterelement
4.
Verwijder het deksel van het luchtfilterhuis.
5.
Voordat u het filter weghaalt, moet u met schone
en droge perslucht onder lage druk (2,76 bar)
grote hoeveelheden aangekoekt vuil verwijderen
dat tussen de buitenkant van het voorfilter
en de filterbus zit. Gebruik geen perslucht
onder hoge druk, omdat hierdoor vuil via the
filter in het inlaatkanaal kan worden geblazen.
Deze reiniging voorkomt dat er vuil in de inlaat
terechtkomt als het voorfilter wordt verwijderd.
6.
Verwijder het filterelement
Opmerking:
element de filtermedia beschadigen.
7.
Verwijder de rubberen uitlaatklep
van de vuiluitlaat van het luchtfilterdeksel.
8.
Maak de vuiluitlaat en de uitlaatklep schoon en
monteer de uitlaatklep in de vuiluitlaat.
Luchtfilter monteren
1.
Inspecteer het nieuwe filter op transportschade
en controleer het uiteinde van het filter (dit moet
goed aansluiten) en de filterbehuizing.
Belangrijk:
Een beschadigd element mag
niet worden gebruikt.
2.
Plaats het nieuwe filter door de buitenring van
het element aan te drukken om dit vast te zetten
in de filterbus.
Belangrijk:
midden van het filter.
3.
Monteer het deksel met de rubberen uitlaatklep
naar beneden gericht – in een stand tussen
ongeveer 5 tot 7 uur, gezien vanaf het uiteinde.
49
Figuur 67
3. Rubberen uitlaatklep
(vuiluitlaat)
4. Luchtfilterbehuizing
(Figuur
67).
Reinigen van het gebruikte
(Figuur
Druk niet op het flexibele
g352235
67)