Schuif voor maaien/transport
Met uw hiel beweegt u de schuif voor maaien/transport
(Figuur
26) naar links in de T
rechts in de M
AAISTAND
•
De maai-eenheden werken alleen wanneer de
schuif voor maaien/transport in de M
staat.
•
De maai-eenheden kunnen niet worden
neergelaten als de schuif voor maaien/transport in
de T
RANSPORTSTAND
Hendel om stuurwiel te verstellen
Trek de hendel om het stuur te verstellen
naar achteren om het stuurwiel in de gewenste positie
te zetten. Duw daarna de hendel naar voren om het
stuur in deze positie te vergrendelen.
Bedieningspaneel
Figuur 27
1. Parkeerrem
2. Contactschakelaar
3. Aandrijfschakelaar
maaidek
4. Diagnoselampje
5. Maai-/hefhendel
6. Urenteller
Ontstekingsschakelaar
Gebruik de ontstekingsschakelaar
om de motor en de lichten te laten werken. De
contactschakelaar heeft 3 standen:
•
De U
ITSCHAKELSTAND
•
De stand L
/
OPEN
VOORVERWARMEN
lopen of verwarmt de cilinderkop van de motor
voor.
•
De stand S
stelt de startmotor in werking.
TART
of naar
RANSPORTSTAND
.
AAISTAND
staat.
(Figuur
7. Oliedruklampje
8. Temperatuurlampje
9. Lichtschakelaar
10. Waarschuwingslampje
gloeibougie
11. Gashendel
12. Lampje van
wisselstroomdynamo
(Figuur
27)
schakelt de motor uit.
laat de motor
Opmerking:
L
/
OPEN
VOORVERWARMEN
in werking gesteld en het indicatielampje licht op
gedurende ongeveer 7 seconden.
Gashendel
Zet de hendel
motorsnelheid te verhogen en naar achteren om de
snelheid te verlagen.
Schakelaar van de maaiaandrijving
De schakelaar van de maaiaandrijving
26)
heeft 2 standen: I
tuimelschakelaar bedient een solenoïdeklep op de
kleppenset om de maai-eenheden aan te drijven.
Urenteller
De urenteller
(Figuur
machine in bedrijf is geweest. Hij gaat lopen als de
contactschakelaar op Aan staat.
Maai-/hefhendel
Gebruik de maai-/hefhendel
maai-eenheden neer te laten en de messenkooien
te laten werken of om de maai-eenheden omhoog te
brengen en de messenkooien te laten stoppen.
U kunt de maai-eenheden niet neerlaten als de
maai-/hefhendel in de
g019980
Opmerking:
maaidekaandrijving in de stand I
hoeft u de hendel niet vooruit te blijven duwen
terwijl de maai-eenheden omhoog of omlaag worden
gebracht.
Waarschuwingslampje
koelvloeistoftemperatuur
Het waarschuwingslampje voor de koelvloeistoftem-
peratuur
(Figuur
van de koelvloeistof te hoog wordt. Bij deze tempe-
ratuur worden de maai-eenheden uitgeschakeld. Als
de temperatuur van de koelvloeistof nog eens 5,5 °C
stijgt, zal de motor uitgeschakeld worden om verdere
beschadiging te voorkomen.
Oliedruklampje
Het oliedruklampje
motoroliedruk gevaarlijk laag is.
23
Wanneer het sleuteltje in de stand
staat, wordt de gloeibougie
(Figuur
27) naar voren om de
en U
NSCHAKELEN
ITSCHAKELEN
27) toont het aantal uren dat de
(Figuur
27) om de
TRANSPORTSTAND
Wanneer de schakelaar van de
NSCHAKELEN
27) gaat branden als de temperatuur
(Figuur
27) licht op als de
(Figuur
27)
. De
staat.
staat,