gebruikt, moet u het messenkooitoerental
verhogen voor betere grasvangprestaties.
Figuur 43
1. Knop voor de toerentalregeling van de messenkooien
6.
Sluit de kap van het platform.
Tegendruk van de hefarm
afstellen
Uitsluitend voor modellen 03820
en 03821
U kunt de tegendruk op de hefarmen van de achterste
maai-eenheden afstellen om de machine aan te
passen aan verschillende gazonomstandigheden en
ervoor te zorgen dat de maaihoogte constant blijft in
zware omstandigheden of op terrein waar een viltlaag
is ontstaan.
U kunt elke tegendrukveer instellen op 4 verschillende
standen. Elke stand verhoogt of verlaagt de tegendruk
op het maaidek met 2,3 kg ten opzichte van de vorige
stand. De veren kunnen op de achterkant van de
eerste actuator van de veer worden geplaatst om alle
tegendruk op te heffen (vierde stand).
1.
Parkeer de machine op een horizontaal
oppervlak, laat de maai-eenheden zakken, stel
de parkeerrem in werking, zet de motor af en
verwijder het sleuteltje uit de contactschakelaar.
2.
Steek een buis of gelijksoortig voorwerp op het
uiteinde van de lange veer om de spanning
op de veer tijdens de afstelling weg te nemen
(Figuur
44).
VOORZICHTIG
De veren staan onder spanning en
kunnen persoonlijk letsel veroorzaken.
Wees voorzichtig bij het instellen van de
veerspanning.
3.
Als de veer is ontspannen, verwijdert u de bout
en de borgmoer waarmee de actuator van de
veer is bevestigd aan de beugel
g020259
1. Veer
2. Actuator van veer
4.
Plaats de actuator van de veer in het gewenste
gat en zet deze vast met de bout en de
borgmoer.
5.
Herhaal deze procedure bij de andere veer.
De neerwaartse druk van
de hefarm afstellen
U kunt de configuratie van de veren op de hefarmen
van de achterste maai-eenheden afstellen om
neerwaartse druk te bieden. Dit is ter compensatie
van verschillende gazonomstandigheden waar meer
neerwaartse kracht nodig is.
Om over te schakelen op de configuratie voor
neerwaartse druk, moet het plaatje van de pal
worden verwijderd om de twee veren van één kant te
verwisselen en het korte deel van de veer moet nu
tegen de bovenlip van het plaatje
U kunt de neerwaartse drukveer instellen op 4
verschillende standen. Elke stand verhoogt of
verlaagt de neerwaartse druk op de maai-eenheid met
2,3 kg ten opzichte van de vorige stand. De veren
kunnen op de achterkant van de eerste actuator van
de veer worden geplaatst om alle neerwaartse druk
op te heffen (vierde stand).
37
(Figuur
Figuur 44
3. Locaties van bijkomende
gaten
rijden.Figuur 45
44).
g428719