Problemen, oorzaak en remedie
Problemen met de motor en de machine verhelpen
Probleem
De startmotor slaat niet aan.
De motor draait, maar start niet.
De motor start, maar blijft niet lopen.
De motor loopt, maar klopt of hapert.
Motor loopt niet stationair.
Mogelijke oorzaak
1. De elektrische aansluitingen zijn
gecorrodeerd of zitten los.
2. Doorgebrande of losse zekering.
3. Accu is leeg.
4. Het veiligheidssysteem is defect.
5. Een defecte startmotor of
startmotorsolenoïde.
6. Inwendige motoronderdelen
vastgelopen.
1. De brandstoftank is leeg.
2. Vuil, water of oude brandstof in het
brandstofsysteem.
3. Verstopte brandstofslang.
4. Het afbreekrelais is niet bekrachtigd.
5. De ontsteking is defect.
1. De ontluchting van de brandstoftank
wordt belemmerd.
2. Vuil of water in het brandstofsysteem.
3. Het brandstoffilter is verstopt.
4. Doorgebrande of losse zekering.
5. De brandstofpomp is defect.
6. Losse kabels of slechte aansluitingen.
7. De pakking van de cilinderkop is kapot.
1. Vuil, water of oude brandstof in het
brandstofsysteem.
2. Losse kabels of slechte aansluitingen.
3. De motor raakt oververhit.
1. De ontluchting van de brandstoftank
wordt belemmerd.
2. Vuil, water of oude brandstof in het
brandstofsysteem.
3. De brandstofpomp is defect.
4. Lage compressie.
5. Het luchtfilterelement is vuil.
64
Remedie
1. Controleren of de elektrische
aansluitingen goed contact maken.
2. Zekering goed inzetten of vervangen.
3. Accu opladen of vervangen.
4. Neem contact op met een erkende
servicedealer.
5. Neem contact op met een erkende
servicedealer.
6. Neem contact op met een erkende
servicedealer.
1. Brandstoftank met verse brandstof
vullen.
2. Brandstof aftappen uit de brandstoftank
en deze schoonspoelen. Tank vullen
met verse brandstof.
3. Reinigen of vervangen.
4. Neem contact op met een erkende
servicedealer.
5. Neem contact op met een erkende
servicedealer.
1. Brandstoftankdop vervangen.
2. Brandstof aftappen uit de brandstoftank
en deze schoonspoelen. Tank vullen
met verse brandstof.
3. Brandstoffilter vervangen.
4. Zekering goed inzetten of vervangen.
5. Neem contact op met een erkende
servicedealer.
6. De kabelaansluitingen controleren en
vastzetten.
7. Neem contact op met een erkende
servicedealer.
1. Brandstof aftappen uit de brandstoftank
en deze schoonspoelen. Tank vullen
met verse brandstof.
2. De kabelaansluitingen controleren en
vastzetten.
3. Zie verder 'De motor raakt oververhit'.
1. Brandstoftankdop vervangen.
2. Brandstof aftappen uit de brandstoftank
en deze schoonspoelen. Tank vullen
met verse brandstof.
3. Neem contact op met een erkende
servicedealer.
4. Neem contact op met een erkende
servicedealer.
5. Reinigen of vervangen.