Belangrijk:
Het carter nooit te vol vullen
met olie. Hierdoor kan de motor worden
beschadigd.
16.
Plaats de vuldop terug.
Onderhoud
brandstofsysteem
GEVAAR
In bepaalde omstandigheden zijn
dieselbrandstof en brandstofdampen
uiterst ontvlambaar en explosief. Brand of
explosie van brandstof kan brandwonden of
materiële schade veroorzaken.
• Gebruik een trechter om de tank te vullen;
brandstof uitsluitend in de open lucht bij
een afgezette of koude motor bijvullen.
Eventueel gemorste brandstof opnemen.
• Vul de brandstoftank niet helemaal. Vul
de brandstoftank tot 25 mm vanaf de
onderkant van de vulbuis. Dit geeft de
brandstof in de tank ruimte om uit te zetten.
• Rook nooit wanneer u met brandstof bezig
bent en houd de brandstof weg van open
vlammen of vonken.
• Bewaar de brandstof in schone, veilige
en goedgekeurde brandstofcontainers en
zorg ervoor dat de dop op zijn plaats blijft.
Brandstofleidingen en
aansluitingen controleren
Onderhoudsinterval: Na de eerste 50 bedrijfsuren
Om de 400 bedrijfsuren/Jaarlijks (houd hierbij
de kortste periode aan)
Inspecteer de leidingen en aansluitingen op slijtage,
beschadigingen of loszittende verbindingen.
Het brandstofsysteem
ontluchten
1.
Parkeer de machine op een horizontaal
oppervlak.
2.
Zorg ervoor dat de brandstoftank minstens half
vol is.
3.
Open de ontluchtingsplug op het
brandstoffilter/waterafscheider
44)
43
(Figuur