Bedieningsorganen van machine
Tractiepedaal
Met het tractiepedaal
(Figuur
van de machine, zowel vooruit als achteruit. Om
vooruit te rijden moet u de bovenkant van het pedaal
intrappen en om achteruit te rijden de onderkant van
het pedaal. Gebruik hierbij de hiel en tenen van uw
rechtervoet. Om de snelheid te verminderen en de
machine tot stilstand te brengen, laat u het pedaal
opkomen.
Belangrijk:
Laat de spuitmachine tot stilstand
komen voordat u schakelt tussen de vooruit- en
de achteruit-stand.
Opmerking:
Door het pedaal verder in te trappen
(in beide richtingen), laat u de machine sneller rijden
in de gewenste richting. Om de maximumsnelheid in
de vooruit-stand te bereiken, moet u de gashendel op
Snel zetten en het tractiepedaal helemaal naar voren
te trappen.
Opmerking:
Voor maximaal vermogen met zware
belasting of heuvelopwaarts moet u de gashendel
op Snel zetten en het tractiepedaal iets intrappen
om ervoor te zorgen dat het motortoerental hoog
blijft. Als het motortoerental lager wordt, moet u het
tractiepedaal iets laten opkomen om het toerental te
verhogen.
1. Hoofdschakelaar van de
spuitbomen
2. Parkeerrempedaal
3. Rempedaal
7) regelt u de beweging
Figuur 7
4. Tractiepedaal
5. Ontstekingsschakelaar en
contactsleutel
Rempedaal
Met het rempedaal kunt u de machine tot stilstand
brengen of de snelheid verminderen
VOORZICHTIG
Als de spuitmachine gebruikt met slecht
afgestelde of versleten remmen, bestaat
de kans dat u de controle over de machine
verliest, waardoor lichamelijk of dodelijk letsel
kan worden toegebracht aan de bestuurder of
omstanders.
Controleer altijd de remmen voordat u de
machine gebruikt, en zorg ervoor dat zij goed
zijn afgesteld en zijn gerepareerd.
Parkeerrem
De parkeerrem is een pedaal links van het rempedaal
(Figuur
7). Stel de parkeerrem in werking als u de
bestuurdersstoel wilt verlaten teneinde te voorkomen
dat de machine per ongeluk in beweging komt. Om
de parkeerrem in werking te stellen, moet u het
rempedaal intrappen, deze ingetrapt houden, en
het pedaal van de parkeerrem intrappen. Om de
parkeerrem vrij te zetten, moet u het rempedaal
intrappen en laten opkomen. Als u de spuitmachine
op een steile helling parkeert, moet u de parkeerrem
in werking stellen en blokjes achter de wielen plaatsen
om te voorkomen dat de machine de helling afrolt.
Contactschakelaar
De contactschakelaar
start en afzet, heeft drie standen: Uit, Aan/Voorgloeien
en Start.
Gashendel
Met de gashendel, die zich op het bedieningspaneel
tussen de stoelen bevindt
motortoerental. Zet de hendel naar voren om het
motortoerental te verhogen en naar achteren om dit
te verlagen.
Vergrendelingsschakelaar van tractiepedaal
De vergrendelingsschakelaar van het tractiepedaal
borgt de stand van het tractiepedaal op het moment
g013753
dat de schakelaar wordt ingedrukt
Hierdoor blijft de spuitmachine op vlak terrein met een
constante snelheid rijden.
Schakelaar van koplampen
De koplampen worden bediend met de
tuimelschakelaar
voren om de lampen te ontsteken en naar achteren
om ze te doven.
17
(Figuur
(Figuur
7) waarmee u de motor
(Figuur
8), regelt u het
(Figuur
(Figuur
8). Druk de schakelaar naar
7).
8).