12.
Laat de machine rijden met de gewenste
snelheid terwijl u spuit, en schakel de
spuitbomen een voor een uit.
Opmerking:
De druk die de meter aangeeft,
mag niet veranderen.
De mengomloopklep
kalibreren
Onderhoudsinterval: Jaarlijks—Kalibreer de
mengomloopklep.
Belangrijk:
Als u het Pro Control™ ™ ™ XP
spuitsysteem geïnstalleerd hebt, dient u de
voedingsschakelaar nu op Uit te zetten. De
volgende procedure mag alleen uitgevoerd
worden als de controller niet onder stroom staat.
1.
Kies een open en vlak terrein om deze procedure
uit te voeren.
2.
Vul de spuittank van de spuitmachine met
schoon water.
3.
Ga na of de mengregelklep open is. Als deze
aangepast is, opent u ze nu volledig.
4.
Stel de parkeerrem in werking en start de motor.
5.
Zet de gashendel op Snel.
6.
Schakel de pompschakelaar en de
mengschakelaar aan.
7.
Gebruik de schakelaar voor de gebruiksdosis
om de druk op de meter aan te passen tot deze
689 kPa (100 psi) aangeeft.
8.
Draai de mengschakelaar op Uit en lees de
stand van de drukmeter af.
•
Als de stand 689 kPa (100 psi) blijft, is de
mengomloopklep juist gekalibreerd.
•
Als de drukmeter geen 689 kPa (100 psi)
aangeeft, ga dan naar de volgende stap.
9.
Stel de mengomloopklep
de mengklep in tot de drukmeter 689 kPa
(100 psi) aangeeft.
(Figuur
25) achteraan
1. Mengomloopklep
10.
Draai de pompschakelaar op uit. Zet de
gashendel op stationair en draai de ontsteking
uit.
Pomp
De pomp bevindt zich bij de achterkant van de tank,
links
(Figuur
26).
1. Pomp
De spuitmachine slepen
In noodgevallen kan de spuitmachine over een
korte afstand worden gesleept nadat u de sleepklep
hebt geopend. Toro adviseert echter hiervan geen
standaardprocedure te maken.
31
Figuur 25
Figuur 26
2. Smeernippel
g014358
g018934